Anders bekeken...

Natte neuzen……

Er hangt een rode vlag in de Oranjestraat, de week van de Nierstichting. Een gouden boontje, want daar lijkt de nier wel op, siert zijn hals. Jaren geleden ontving hij het als dank voor een nieuw leven. Een gift uit je eigen lichaam waardoor de ander, zijn broer in dit geval, weer opnieuw geboren werd.

Martin Gaus heeft niet zijn broer of zijn dochter, die matchten niet, maar een andere vrouw bereid gevonden om een van haar nieren te doneren aan hem. "Ik word geen vernieuwde puber, maar een jonge hond hoop ik weer te zijn", zo sprak hij bij Pauw. U kent hem vast nog wel van Dierenmanieren, het was altijd leuk en leerzaam om hem bezig te zien met zijn passie. Ik dacht dat ik altijd, na de puppencursussen, goed bezig was. De honden, liefst golden retrievers, in hun eigen element, in de zee, heerlijk vrij bewegen. Ze luisteren goed, zelfs fluisterend kun je ze de commando's geven. Tot gisteren.

"Wilt u op Joop passen ma?" Gezellig. Ik had wel wat dingen op mijn lijstje staan, maar dat lukt ook wel met twee honden. Eerst even naar het bos, dan kunnen ze uitrazen. Dat gebeurde. Ik begrijp nu waar de Rovershut zijn naam aan te danken heeft. Als een stel zwarte poema's trokken ze door de prut. Joop, de bendeleider, voorop. Souwtje hoorde geen commando meer: niet zacht, niet hard. Bij de auto krabde ik achter mijn oren, een oud kleed erin, vooruit maar. Bij Halsema gestopt voor een heideplant, daar zag Joop zijn kans schoon. Hij sprong door de auto en op het moment dat ik de plant erin wou zetten op de achterbank, vloog hij ervan tussen. Als die oppasoma er bijna is met de riem, heel gauw weer wegrennen. Gaus had dit zeker anders aangepakt. Een aardige meneer kwam me versterken en ontpopte zich als strateeg en na een uur kon ik alsnog op route om een aantal enveloppen in De Koog te bezorgen.

Joop vastgemaakt aan de deur, leek heerlijk te gaan slapen en ik was bijna klaar met de stapel totdat ik in de Duinroosstraat arriveerde. Ik liet de motor draaien, ik zag het goede nummer en toen… In een mum was Joop ontwaakt en was op de stoel gesprongen, tegen de deur op de vergrendelknop, de deuren op slot….!! Daar kwam Marius Witte met boeskippe op de fiets: "Wat doe jij nu midden op straat Jozien?" Ik schoot in de lach, hoe gingen we dit oplossen? Hij belde de garage, maar liep toch nog even naar de auto en wat een wonder… De klep ging weer open. Twee natte neuzen keken me aan. Lachend ging ik naar huis, als Gaus zo herboren wordt, hebben ze nog wat met hem te stellen.

Jozien