Afbeelding
Foto: Ed Witte

STIFT

Aan 'gedoe' is helaas nooit een gebrek geweest sinds de oprichting van STIFT op 2 december 2009. Sterker, 'gedoe' was er al ver vóór de oprichting van het fonds. De toeristische sector en de gemeente lagen bijna ritueel met elkaar in de clinch over de toeristenbelasting.

Edoch, in 2008 gebeurde het onmogelijke: gemeente en toeristische sector vonden elkaar in een verhoging van de toeristenbelasting van €0,85 in 2008 naar €1,50 per persoon per nacht in 2009 met (toen nog) een maximum van vijf nachten. Dit alles onder de voorwaarde dat de gemeente van elke geïnde €1,50 een bedrag van €0,1544 in het toen nog op te richten toeristisch investeringsfonds (ongeveer vier ton per jaar) zou storten.

Negen jaar later zijn er klinkende cijfers: STIFT heeft inmiddels drie miljoen euro toegekend aan tientallen projecten op het eiland waarmee in totaal een investering van bijna 28 miljoen euro gemoeid is. Andere financierders kwamen ook over de brug waardoor elke euro STIFT uitmondde in negen euro investering in totaal in het toerisme op Texel. Intussen was er ook altijd wel 'gedoe' en momenteel gaat dat over de financiering. De jaarlijkse vier ton voor STIFT is op het moment erg aanlokkelijk om op termijn de gemeentelijke begroting mee te dichten.

Het deed me terugdenken aan een gesprek dat ik begin september 2009 voor de krant had met Nel Eelman en Bart Robbers (helaas allebei overleden) over het nieuwe fonds. Bart Robbers gaf destijds als kwartiermaker handen en voeten aan STIFT. Hij benadrukte in het gesprek het belang om het contract tussen de gemeente en STIFT over de financiering telkens om de vijf jaar te laten verlengen. Dan zou de financiering niet samenvallen met bijvoorbeeld raadsverkiezingen (om de vier jaar). De hoop was dat het fonds dan geen speelbal zou worden van politieke strijd. Het nieuwe STIFT zou daar allerminst mee gebaat zijn.

Noem het gerust een vooruitziende blik, alleen zit STIFT in de praktijk inmiddels precies in het hoekje waar het volgens de initiatiefnemers van weleer nooit had moeten belanden. Het is te hopen dat het goedkomt, maar iets zegt mij dat dat geen zekerheid is...

Jeroen van Hattum