Schapenfokker René Mantje van Hoeve Ruisdael is maandag één van de zeventien inzenders op de Texelse Schapenfokdag.
Schapenfokker René Mantje van Hoeve Ruisdael is maandag één van de zeventien inzenders op de Texelse Schapenfokdag. Foto: Gerard Timmerman

Schapenfokken is vooral kwestie van gevoel

Onder schapenfokkers is Mantje een bekende naam. Klaas Mantje fokte decennia geleden topdieren. Kleinzoon René doet het ook niet onverdienstelijk. Zijn beste ram is één van de blikvangers op de veiling die komende maandag wordt gehouden op de Texelse Schapenfokdag.

Over smaak valt niet te twisten, zo is het ook met schapen. Elke fokker heeft zijn eigen voorkeur, soms gaat dat van generatie op generatie. René Mantje: "De uitstraling zit bij ons in de kop van het schaap. Wij houden van mooie sprekende koppen met diepzwarte neuzen en een mooie gladde vacht, geen pluizige wolletjes. Als je zo'n schaap ziet zeg je gelijk: Dat zijn leuke schapen."

René Mantje (41), melkveehouder en schapenfokker op Hoeve Ruisdael op Dijkmanshuizen, praat met passie over zijn dieren. Maar is ook realist. "Als de schapen bij mij in het land staan, dan denk ik: wat zijn ze mooi, de beste. Maar de eerste maandag in september, tijdens de Schapenfokdag, dan staan die van mij tussen die van de andere zeventien Texelse fokkers en is het oordeel aan de jury."

Het zal druk zijn rond de ring, waar fokkers uit alle windstreken naar Texel komen om te zien hoe het ervoor staat. Texel staat nog altijd hoog aangeschreven onder schapenfokkers. Realiteit is ook dat dit er aanzienlijk minder zijn dan in de tijd van zijn opa. "Het was ook de tijd van Piet Verberne, de glorietijd van de fokkers van Texelaars. Enorm veel boeren hadden schapen, Texel had een goede reputatie. Nu zijn er landelijk veel minder fokkers, de markt is veel kleiner geworden. Daar kun je wel moeilijk over doen, maar dat helpt niet. We moeten het doen met wat we hebben. Gelukkig is er veel enthousiasme. En we hebben op Texel het voordeel dat we veel jonge fokkers hebben, bijna de helft van de inzenders is jonger dan 45."

"Elke fokker heeft zo zijn eigen voorkeur en gaat voor de winst. In die zin zijn we maandag concurrenten van elkaar. Maar er is ook veel onderlinge verbondenheid. Om de concurrentiedrang wat te temmen komen we geregeld bij elkaar, eens in de paar jaar ben je aan de beurt. Toevallig komen ze vanavond hier. Best spannend om te horen wat anderen van mijn schapen vinden, maar je hoopt ook van elkaar te leren."

Mantje zit vol ambitie. "Met mijn ooien kan ik op keuringen goed meekomen, met de rammen nog wat minder. Daar wil ik nog een stap in maken. Het zou mooi zijn als ik ook bij de anderhalfjarige rammen en de beste tien ramlammeren in de prijzen val. Dat is een bevestiging van je kwaliteit en verhoogt je naamsbekendheid als fokker. Het grootst is de vraag naar mannelijke dieren, waardoor je wat makkelijker verkoopt."

Want schapenfokken mag dan zijn passie zijn, zijn inkomen komt vooral uit de melkveehouderij. "Ach, je kunt honderd redenen bedenken om met de fokkerij te stoppen, maar slot van het liedje is: de schapenfokkerij hoort hier en past goed bij dit bedrijf, al generaties lang. Schapen waren hier altijd en het blijft leuk om te doen. Met de Schapenfokdag begint mijn fokkersbloed sneller te stromen. Het is zo'n hoogtepunt in het jaar waarvan je er een paar hebt. Daar werk je naartoe. Ik zorg dat de dieren goed in conditie zijn en dat ze er piekfijn uitzien. Ik hoef het niet alleen te doen, de hele familie vindt het leuk en helpt mee. Ze zijn er altijd bij."

Smaak en gevoel

Mantje geeft maandag zijn ogen goed de kost. "Want over een maand moet de ram er weer bij. Als ze in de hokken bij elkaar staan, kun je goed vergelijken. Ik ben niet zo van papier, bloedlijnen bestuderen en zo. Ik kijk en bepaal welke de beste is. Zo deden mijn vader en opa het ook. Fokken is voor ons vooral een kwestie van smaak en gevoel. Dat je een ram ziet lopen, en denkt: die zou er goed bij passen."