Projectleider Geert Vanwesenbeeck bij de werkzaamheden bij het NIOZ.
Projectleider Geert Vanwesenbeeck bij de werkzaamheden bij het NIOZ. Foto: Jeroen van Hattum

Elke dag een nieuwe lading zand

Ongeveer een uur heeft de Bartolomeu Dias nodig om zijn lading bij Texel op te spuiten. Gemiddeld 12.000 kuub zand gaat er per keer mee in de sleephopperzuiger die een capaciteit heeft van 14.000 kuub.

De 148 meter lange sleephopperzuiger is sinds twee weken een opvallende verschijning aan de zuidoostkant van Texel nu de realisatie van de PH-zanddijk is begonnen. De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar in de hopen zand die bij Ceres en tegen de dijk bij de NIOZ-haven zijn aangebracht. Het zand wordt gewonnen op de bodem van de Noordzee op hemelsbreed acht kilometer ten zuidwesten van Texel in de buurt van de Razende Bol.

Volgens projectleider Geert Vanwesenbeeck van Jan De Nul kent de Bartolomeu Dias een cyclus van zes uur. "Het is één uur zand opzuigen, drie uur varen naar hier, één uur zand opspuiten en een uur terugvaren." Het varen neemt de meeste tijd in beslag, omdat er een route van 36 kilometer moet worden aangehouden. Hemelsbreed heen en weer varen, is er niet bij. De Bartolomeu Dias is 24 uur per dag, zeven dagen in de week aan het werk, tenzij er brandstof en voorraad moet worden ingeslagen. Het schip is dan tijdelijk naar IJmuiden om te bunkeren. Aan boord zit een bemanning van 35 mensen. Het is voor hen zes weken op en vervolgens zes weken af.

Het zand wordt op twee plekken via een drijvende leiding op het water en vaste leidingen op het land opgespoten. De ene plek is bij het NIOZ, de andere bij Ceres. Volgens Van Wesenbeeck wordt het zand bij het NIOZ aangebracht als het vloed is en bij Ceres als het eb is. "Als we met eb bij de NIOZ-haven zand zouden opspuiten, kunnen de kleine deeltjes die in het water zweven daar tot verzanding leiden en dat is niet de bedoeling."

Winnen van zand kost een uur net als opspuiten zand

In totaal wordt 5,5 miljoen kubieke meter zand gewonnen voor de nieuwe zanddijk en het nieuwe natuurgebied van tweehonderd hectare bij de nieuwe dijk. Vijf miljoen kuub wordt gewonnen op de Noordzee bij de Razende Bol en een half miljoen kuub op de Noordzee nabij Vlieland. Het zijn twee gebieden waarvoor Jan De Nul vergunning heeft van Rijkswaterstaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het zand dat nabij de Razende Bol wordt gewonnen heeft een dikte van gemiddeld 300 micromillimeter. Het zand dat later bij Vlieland wordt gewonnen heeft een dikte van 400 micromillimeter. Dat zand wordt als laatste op het nieuwe stukje Texel aangebracht voor de robuustheid. Ter vergelijking: dergelijk zand is grover en steviger dan zand dat over het algemeen bij een zandsuppletie wordt aangebracht. Als het zand is aangebracht, is er nog sprake van inklinking en wordt er water en lucht uit de poriën geperst. Het betekent dat van de 5,5 miljoen uiteindelijk vijf miljoen kuub zand overblijft.

Om de begroeiing in het nieuwe natuurgebied op gang te brengen, wordt een stuk kwelder naast de NIOZ-haven getransplanteerd naar het nieuwe gebied. Van Wesenbeeck: "Dat stuk kwelder zou anders onder het zand van de nieuwe dijk verdwijnen en dat zou zonde zijn." Het stuk kwelder is inmiddels geplagd en ligt bij de NIOZ-haven te wachten, totdat het verplaatst kan worden. Hetzelfde gaat gebeuren met stukken wadbodem op plekken waar het nieuwe gebied komt. Jan De Nul baseert zich daarvoor op bodemlevenkaarten van het NIOZ. De stukken wadbodem verdwijnen daardoor niet onder het zand, maar krijgen in het nieuwe natuurgebied een tweede leven.

Het nieuwe natuurgebied komt te bestaan uit duinen, strand, een lagune met droogvallende platen, slikken, schorren, een luwe waterzone en hoogwatervluchtplaatsen. Het gebied strekt tot ongeveer vierhonderd meter uit de kust. Zoals bekend: het wordt niet toegankelijk, wel komt er een nieuwe fietspad langs en een pad doorheen naar een uitkijkpunt. Projectleider Vanwesenbeeck verwacht dat de zanddijk tegen de herfst grotendeels moet zijn aangebracht, waarna het natuurgebied verder volgt. De twee zogeheten opspuitpunten worden regelmatig verplaatst in de richting van het midden van de dijk. "Anders hadden we negen kilometer leiding nodig gehad en nu kunnen we het met vijf kilometer af. Dat scheelt een hoop transport."