1976: Bij gebrek aan ruwvoer voor vee werden van de overkant bietenloof, snijmaïs, hooi en gras aangevoerd.
1976: Bij gebrek aan ruwvoer voor vee werden van de overkant bietenloof, snijmaïs, hooi en gras aangevoerd. Foto: Archief Texelse Courant

"Vruchtbaaroord in deze tijd bespotting"

Het is gortdroog. Maar ook zo droog als in 1976? Landbouwvoorlichter Cor van Groningen concludeerde tijdens een rit door "ernstig verdroogde" Eierland dat boerderijnamen als Vruchtbaaroord in deze tijd een bespotting lijken'. Zelfs de koningin kwam.

In 1976 was het al vroeg droog, en was de lente bovendien koud. Bieten en graan konden pas laat worden gezaaid, de opkomst was matig. Hier en daar moest worden overgezaaid. Ook de grasgroei kwam laat op gang. Nog maar amper begonnen, sloeg de droogte al toe. De matige winning van kuilvoer en hooi kwam extra hard aan doordat er geen voorraden aan ruwvoer waren overgebleven.

Met het oog op de aankomende winterperiode neigde Van Groningen in juli te spreken van een rampjaar. "De voorraden kuilgras en hooi zijn op de meeste bedrijven nog minimaal, terwijl een aantal veehouders al genoodzaakt is deze al aan te spreken. Hooiprijzen liepen sterk op, tot 400 gulden (€182,-) per ton. Lammeren hadden weinig vlees op de botten, de prijs daalde navenant.

Ook grote zorgen voor de akkerbouwers, hun gewassen leden ernstig onder de droogte. Eind juli zou regen voor pootgoed al te laat zijn gekomen. Suikerbieten lieten het blad hangen, maar zouden na regen weer "wakker" kunnen worden geschud. De droogte ging zelfs een toerist aan het hart. "Het mag van mij gerust een week van deze vakantie regenen, want dit is niet om aan te zien."

In kerken werd gebeden om regen. Maar volgens een boerenzoon zou de regen desondanks nog ver weg zijn. "Er zijn op het ogenblik zoveel badgasten op Texel, en die bidden allemaal om mooi weer. Daar kunnen we vast niet tegenop, want de meeste stemmen zullen wel gelden."

Na een kleine onderbreking sloeg de droogte in augustus opnieuw toe. "De toestand in de landbouw is dermate verslechterd dat wij nu langzamerhand van een ramp kunnen spreken", schreef Jan Koolhof. "De graslanden verschroeien opnieuw, de bieten en late aardappelen zakken in elkaar van de hitte en de droogte." De melkproductie daalde, terwijl de voerkosten stegen. Voorraden ruwvoer moesten al worden aangesproken. Een boer voerde zijn schapen boombladeren. De graanoogst viel tegen. Zomergerst tussen 3300 en 5500 kg/ha, wintertarwe tussen 3000 en 5000 kg. Aardappeltelers oogstten veel kriel, suikerbieten lagen verdroogd op het land, snijmais kromp zelfs. De suikerbietenoogst liep uiteen van 25 ton per bunder op droog land tot 70 ton op betere delen. Aardappeltelers profiteerden door schaarste van hogere prijzen, maar de graanprijs zakte weg.

In september bezocht koningin Juliana Texel. Bij veehouders Frans Bakker en Bertus Hoogeveen in Het Noorden nam Hare Majesteit de droogte in ogenschouw.

Niet eerder kwamen zoveel vrachten suikerbietenloof, snijmaïs, hooi en gras het Marsdiep over. Het goede nieuws was dat de overheid extra kosten voor vervoer van ruwvoer naar het eiland vergoedde. Ook grote schade in de natuur. Duinmeren verdroogden, vogelwachter J. Hopman had slecht nieuws voor bramenplukkers: "Het is veel te droog geweest." Tot overmaat van ramp was een deel van de jonge aanplant in het bos verdroogd.

In september en oktober voltrok zich een "wonder": verschroeid grasland herstelde. Ondanks de slechte oogst wilde Van Groningen niet van een rampjaar spreken. "We zijn er nog en de koeien en schapen hebben het er levend vanaf gebracht."