Jack Betsema met de beker die hij in 1991 won voor een tijdrit waarin hij zijn neef Dirk Vinke versloeg.
Jack Betsema met de beker die hij in 1991 won voor een tijdrit waarin hij zijn neef Dirk Vinke versloeg. Foto: Jeroen van Hattum

Stuur op kop en felle kleur voor snelheid

Het stuur op zijn kop, zodat de fiets eruit zag als een racefiets, een felle kleur voor de snelheid en trappen maar. Jack Betsema uit Oudeschild won er vroeger als wielrenner diverse wedstrijden mee.

Hij staat komende zaterdag als toeschouwer langs de kant bij de Ronde van Oudeschild, maar als junior liet hij in zijn jongere jaren van zich horen. Samen met Wieb van den Berg, Kees Vlaming en Cees Boersen vormde hij een paar jaar een groepje dat vrijwel elke avond trainde en aan menig wedstrijd meedeed.

De bekers van de Ronde van Eierland en de Ronde van Den Burg staan nog bij hem thuis en Jack deed ook met succes mee aan de Ronde van Oost, de Ronde van De Cocksdorp en de Ronde van Oudeschild. "Maar daar trainde je dan wel de hele week voor. Overdag zat je de hele dag op je knietjes in het land om aardappels te rooien en 's avonds fietste je veertig tot vijftig kilometer. En overdag ging je ook gewoon op de fiets naar De Witte Hoek bij De Cocksdorp om te werken."

Het was een gewone fiets waar hij op reed, maar dan wel een waar met een beetje kunst en vliegwerk een racefiets van was gemaakt. "Het stuur haalde je eraf en dat liet je bij smid Rentenaar op zijn kop terug lassen, zodat je fiets eruit zag als een racefiets. De fiets kreeg ook een felle kleur, want dan ging je sneller."

Jack hield ooit een wedstrijd met zijn oudere broer, die een brommer had, wie het eerste thuis was. Jack won. "Ik bleef gewoon bij hem in het luwtje rijden en op het laatste stukje trok ik een sprintje. Hij kon niet harder op de brommer." Het groepje fietste ook moeiteloos naar Amsterdam op en neer. "Dan aten we onderweg aan de slootkant een makreel en dan ging je weer verder." Snelheden werden meestal niet bijgehouden, maar rijdend achter een auto kwam het groepje ooit tot een snelheid van 68 kilometer.

Toen hij ging vissen, verdween de fiets een tijdje naar de achtergrond, totdat hij bij Adri Westerlaken een nieuwe racefiets kocht. Jack dacht wel even een rondje over de haven kunnen maken met zijn dochter van drie jaar oud op de stang, maar dat liep niet helemaal goed af. Een valpartij en Jack moest van de dokter vijf weken op bed blijven als gevolg van een fikse hersenschudding. Zijn dochter had een bult op haar hoofd die vervolgens als de 'racefietsbult' door het leven ging.

De fiets ging opnieuw naar de achtergrond, totdat Jack op zijn 42ste vanwege hartproblemen weer aan het fietsen raakte. "Dat heb ik nog zo'n 25 jaar gedaan, maar niet meer echt wedstrijden." Wel reed hij tijdritten waarbij in 1991 neef Dirk Vinke werd verslagen. "Dirk was vijfde en ik derde. Dat was toch wel een bijzondere prestatie." Hij deed ook diverse jaren met zijn zwager mee aan de Schuttevaerrace. Het fietswerk op Texel en Harlingen was zijn terrein.

Vandaag de dag draait Jack er nog steeds niet de hand voor om om met de fiets naar Irnsum in Friesland te gaan waar zijn boot ligt. "Maar het is nu wel een elektrische fiets. En ik pak alleen de fiets als de wind gunstig staat op de Afsluitdijk anders zijn de accu's te snel leeg. Het is een afstand van 102 kilometer en met de wind mee redden de accu's van de fiets het net. Dan blijft het leuk om te doen."