Bezwaar ophogen land gegrond, maar vergunning blijft in stand

Eigenaren van vakantiehuizen op park Prins Hendrik en een omwonende die bezwaar maakten tegen het ophogen van percelen in de omgeving, zijn in het gelijk gesteld. Desondanks mag de ophoging doorgaan.

Bij de natuurontwikkeling van Vogelweid De Bol is een flinke berg grond vrijgekomen. De gemeente verleende een omgevingsvergunning om met deze grond aanliggende agrarische percelen aan de Stuifweg 25 tot 30 centimeter te verhogen. De vrees bestaat in de omgeving dat door de verhoging op naburige percelen wateroverlast ontstaat. De commissie Bezwaarschriften constateert dat dit ten onrechte niet is onderzocht, dat het besluit niet zorgvuldig is voorbereid en deugdelijk gemotiveerd. B en w nemen dit oordeel over. Maar cruciaal is volgens het college de vraag of onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de (agrarische) mogelijkheden van omliggende gronden. Want alleen dat kan reden zijn de omgevingsvergunning te weigeren. B en w constateren dat de commissie heeft nagelaten hoe op de bezwaren moet worden beslist of welke stappen de gemeente moet nemen om daar te komen. En verder dat het hoogheemraadschap een watervergunning heeft afgegeven, waarbij de totale (toekomstige) waterhuishouding is beoordeeld. Uit onderzoek door Natuurmonumenten blijkt verder dat het ophogen van de percelen niet tot verhoging van de grondwaterstand in de omgeving zal leiden. In feite zegt het college dat de commissie zijn werk niet goed heeft gedaan en dat de bezwaarmakers zich geen zorgen hoeven te maken. De omgevingsvergunning blijft daarom in stand.