Anders bekeken

Een roepie…

Het is nog niet zolang geleden dat de radiozender van vissersfamilies op een speciaal kanaal stond, zodat de bemanning op zee een teken van leven, een roepie naar de wal kon zenden. Een hoop geknetter bracht dat met zich mee, ach ja als je zover weg bent om de vis aan boord te halen dan komt er wel eens wat ruis op de lijn. Toch bleef de familie trouw in luisteren naar de boodschappen van elkaar, en de mannen deden pogingen om het huiselijk leven ook nog wat bij te sturen. In de trant van: "Eten jullie goed je bordje leeg? Hier alles goed.." Op vrijdag werd dan de week weer bijgepraat, en de contacten werden weer aangehaald.

Tegenwoordig is het gelukkig anders. Elke dag een mailtje van manlief, gaat over en weer. Als er echt iets dringends of ernstigs is bellen we elkaar. Er is een satellietverbinding die prima werkt. Dat ons eigen stemgeluid echter soms van levensbelang kan zijn, ondervond de 21-jarige visserman Riekelt die overboord raakte op de koude Noordzee afgelopen week.

De schipper was even uit de brug vandaan van de Wieringer 189, een kotter die vist op langoustines, toen hij terug kwam stonden slechts de klompen van Riekelt er nog. Alarm geslagen bij de kustwacht, natuurlijk direct, en een oproep aan de omliggende schepen om mee te zoeken naar de man overboord. Wat kan je doen in een donkere nacht met mist, 90 nautische mijlen uit de kust, en een drenkeling zonder kleurig jack?

De coördinaten kwamen niet overeen, het duurde en duurde, al drie uur lang, de lampen haalden niets uit, die reflecteerden alleen maar. Vriend Kees besloot om te gaan roepen, lange en harde uithalen klonken over het water. En het wonder gebeurde, Riekelt riep terug. Kilometers verwijderd van de meldplaats, onderkoeld, werd hij aan boord gehesen en voorzichtig aan weer op temperatuur gebracht. Het had niet veel langer moeten duren, dan had Riekelt geen stemgeluid meer gehad.

Het is de nachtmerrie van iedere vissersvrouw om je man te moeten achterlaten in een zeemansgraf. Je wilt hem weer veilig thuis, bij jou, warm, aan de tafel, met de kinderen, op de bank, in je bed. Het vissersleven brengt misschien nog wel meer dan in andere beroepen de angst met zich mee dat de zee niet alleen geeft, maar ook soms verraderlijk kan nemen.

Het is niet het enige element waar tegen gestreden wordt. Komend weekend gaat een hele vloot naar onze bureaucratie. Om een geluid van opstand te laten horen. Ze voelen zich een roepende op het water in de nacht, in de mist. Er moet ruimte blijven voor de visserman, voor het ambacht, voor de kostelijke vis. Er moeten percelen visgebied overblijven, anders staat het water straks aan de lippen. Ik hoop - en vele vissersvrouwen met mij - dat de roepstem duidelijk wordt gehoord, dat er een hart en een oor is dat luistert en dat er toekomst is voor dit prachtige beroep…

Jozien