Achter de schermen

Veerhavens

Er was eens een rijksorganisatie die moedig stand hield tegen vragen van de pers. Bijna iedereen had al antwoord gegeven, maar de ene rijksorganisatie hield dapper vol. Wat nou antwoorden? Daar begonnen ze niet aan. Kom nou. Ze waren niet onder de indruk van het feit dat het om de aanlegsteigers in de veerhavens van Texel en Den Helder ging. Terwijl ze daar nota bene de eigenaars van waren.

Ze waren niet onder de indruk dat deze aanlegsteigers opeens negatief in de publiciteit stonden door een gezamenlijke publicatie van EenVandaag en NH Nieuws. En ze waren er al helemaal niet van ondersteboven dat er een mijnheer van de lokale krant belde die graag nog wat zaken wilde checken...

Daar komt niets van in, zei een mijnheer van de rijksorganisatie die het voor het zeggen had. Hij zette een kastje en een muur klaar en regelde zeven medewerkers die om en om de telefoon zouden opnemen als die mijnheer van de lokale krant zou bellen. Als ze de telefoon al zouden opnemen. Die mijnheer van de krant moest niet denken dat hij zomaar antwoord kreeg. Dat kunstje verrichtte hij maar op het eiland zelf.

De ene medewerker beloofde nog vriendelijker dan de ander om terug te bellen, waarna de hoorn zachtjes op de haak ging. De mijnheer van de krant worstelde zich van het kastje naar de muur en zette zijn vragen op papier, zodat hij ze ook kon mailen. Tussendoor sliep de mijnheer van de krant nog eens wat, zodat hij elke ochtend weer fris en vrolijk de rijksorganisatie tegemoet kon treden.

En eindelijk, na een week stug volhouden, kreeg de mijnheer van de lokale krant zowaar een antwoord. Hij kon het bijna niet geloven. Het stond zwart op wit in de mail die hij ontvangen had. Maar wat stond daar nou: de rijksorganisatie antwoordde hem dat ze nog helemaal geen antwoord gingen geven. Dat zou toch nog wat meer tijd kosten...

De mijnheer van de krant besloot nu maar even een pauze in te lassen. Misschien kon die rijksorganisatie wel helemaal geen antwoord geven op zijn vraag of alles in de veerhavens wel veilig was. Nee, zo slecht mocht de mijnheer van de krant niet denken. Er zou op een dag vast wel een reactie op zijn vragen komen. De mijnheer van de krant keek nog eens een keer naar zijn mail. Nou ja, morgen dan maar misschien...

Jeroen van Hattum