Smeden Museum Waelstee
hebben wind er stevig onder
Jan Krotje en Nan Westerlaken, vrijwilligers in Cultuur Historisch Museum Waelstee, hebben de wind er stevig onder.
Letterlijk en figuurlijk. Want om de vetkolen in het smidsvuur brandend te houden moet er flink wat zuurstof bij. De kolen komen van de zeebodem, ooit brandstof voor stoomschepen. Texelse vissers kregen ze in de netten en bewaren ze voor het museum in De Waal.
In de smederij fabriceren ze kaarsenstandaards, de befaamde "dophopper" om bierflesjes te openen, hoefijzers, beugels voor houten hekken en andere spullen. Maar ze zitten ook vol kleurrijke verhalen en wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld over het beslaan van een paard. Maar weinigen weten waar een kalkoen voor dient. Krotje toont hoe de smid ze op het hoefijzer monteert, om het uitglijden van het paard op het ijs of gladde bodem tegen te gaan. Nostalgie is troef in de oude smederij. Als Westerlaken de schakelaar omzet, beginnen de riemen aan het plafond te draaien en komen de boor, de zaag en andere machines in beweging. Meer op pagina 2.