Anders bekeken

Dames in de wei…

Met Pasen zagen we de koeien vrolijk huppelend door de weiden gaan. Een feest lijkt me, als je zolang op stal hebt gestaan. Ik zou ook gaan huppelen, snuiven en springen. In het landschap vult het gelukkig ook weer, naast de vele schapen met hun kleine grut. De lammetjes springen op en over elkaar, ook altijd leuk om te zien hoe ze boven op moeder, op de dikke wollige vacht, liggen te slapen.

Minister Carola Schouten geeft de officiële datum 2 april wat daadkracht mee. "Vroeger werd bij ons de hele familie opgetrommeld om de dames in bedwang te houden!" Op de blog van de Texelse boswachters staat Charlotte Biskop met een uitnodiging: "Geniet van dit paasweekend op het eiland Texel. Krokusvelden zorgen voor mooie kleuren. Natte delen van de Muy weerspiegelen de blauwe lucht en je hoort het ritselen van de Galloway-runderen in de bosjes."

Ik loop graag door de Slufter en de Muy, maar heb het niet zo op de grote vierkante flink behaarde Schotse dames. Bij mij lopen ze nooit in het zogenaamde kreupelhout, welnee, de dames gaan vooral vlak naast het pad of nog beroerder, ze nemen een blijvende positie centraal op het pad in en kijken me dan aan alsof ze zeggen willen tegen mij en Souwtje: "Wij houden niet van blond".

Ik dacht: kom, we lopen eens in de Bollenkamer, daar is ook een prachtige route en kunnen we ook naar het strand. Zo gezegd zo gedaan, laarzen aan, de riem om de nek, Souwtje heerlijk los en ik geniet van de zon en de luwte van het bos. Als ik bij de bunkers de bocht om kom heb ik mooi uitzicht en ontwaar een serie paarden tussen de heuvels. Ze gaan allemaal dezelfde kant op. Prachtig wat een mooi gezicht. Als ik weer op het pad terug ben, is Souwtje in geen velden of wegen te bekennen, verdikke, de dame heeft zeker ook het voorjaar in het hoofd. Ik roep: "Souwtje, hier". En nog eens heel hard: "Souwtje..!!"

Dan hoor ik geroffel, een vreemd geluid, ik klim weer omhoog en zie de paarden in galop achter de deugniet aan rennen in mijn richting. Ja, op mij af! Mijn hart bonst in mijn keel, dit is wat anders dan een grazende logge koe. Ik denk na, wegrennen is geen optie. Nee, Souwtje is zo bij me. Ik draai om en zie de betonnen verdorven blokken. Mijn, onze redding. Ik klauter op de bunker en zie hoe het voorste paard Souwtje een duw geeft met haar neus. "Souwtje, hier", roep ik dringend. Ze ziet me, gelukkig. Ze springt omhoog en ligt trillend naast me te hijgen. "Wow, vrouw, dat was schrikken." Ik aai haar, en moet zelf ook wat bijkomen op het geschutsvlak. De paarden blijven staan grazen alsof er niets gebeurd is. We moeten toch weer terug, maar Souwtje denkt er niet over. Ze ligt plat en verroert zich niet.

Ik moet lachen en neem haar op de kiek. De blonde dame op de bunker. Nooit gedacht dat we daar nog eens onze toevlucht zouden zoeken. Jozien