Afbeelding
Foto: Ed Witte

Wethouder

Het blijft altijd een wonderlijk fenomeen. Vóór de verkiezingen lukt het amper om te ontsnappen aan de politieke partijen, ná de verkiezingen lijkt het alsof de partijen ineens in rook zijn opgegaan. Het is nu aftasten wie met wie samen de nieuwe 'regering' gaat vormen, dus behoedzaamheid is geboden. Wie iets te snel zijn vinger opsteekt, kan zomaar afvallen.

Bij de huidige coalitievorming zijn een paar wethouderszetels te verdelen en dat kun je links en rechts merken. Het zijn posten die niet vaak beschikbaar komen en zonder meer aantrekkelijk klinken. Functie met aanzien, je staat aan het roer van de gemeente en het loonstrookje aan het einde van de maand is ook niet onverdienstelijk.

Toch zijn dat zaken die een slag om de arm verdienen. Als verslaggever heb ik inmiddels een serie wethouders aan me voorbij zien trekken, variërend van 'goed' tot 'hoe krijg je het voor elkaar'. Een ding stond daarbij altijd als een paal boven water: wil je als wethouder goed functioneren, dan moet je aanvoelen hoe een gemeenteraad werkt. Je kunt een briljant bestuurder zijn, maar als je met de raad in moeizame sferen geraakt, worden het lange wethoudersjaren.

Hetzelfde geldt voor de omgang met het ambtelijk apparaat. Een wethouder die duidelijk richting aangeeft en stuurt, zal best wel eens botsen, maar krijgt loyaliteit. Een wethouder die leunt op zijn ambtenaren, wordt op handen gedragen, maar zal ook moeten ook accepteren dat hij lang niet altijd aan het roer van de gemeente staat.

Bij de officiële gelegenheden ben je als wethouder een graag geziene gast, maar je moet er ook rekening mee houden dat je op verjaardagsfeesten een dankbaar gespreksonderwerp bent. En dan vaak wel in die zin dat je als wethouder in kwestie het gebak het liefst even 'in' je oren douwt.

Klinkt dit allemaal als iets om je absoluut niet druk over te maken, dan is het wethouderschap wellicht geschikt. Anders kan het bij potentiële belangstellenden geen kwaad toch even achter de oren te krabben om niet opeens in vier lange jaren te belanden...

Jeroen van Hattum