Vissers pleiten voor ruimte op zee

De Nederlandse Vissersbond pleit voor het behoud van ruimte voor de visserij op de Noordzee.

Dat gebeurt, nadat gisteren de plannen bekend werden voor de aanleg van start- en landingsbanen van Schiphol op zee. Volgens voorzitter Johan Nooitgedagt van de Vissersbond wijken steeds meer bedrijven uit naar zee, omdat ze last hebben van schaarse ruimte op het land, maar is de ruimte op zee ook niet onbeperkt. Verwezen wordt naar de plannen voor windmolenparken op zee, Natura 2000-gebieden, zonnepanelen op zee en de aanstaande Brexit waardoor de visserij niet meer op Engelse visgronden terecht kan.

"De Noordzee is het werkterrein van vissers. Dit werkterrein wordt vaak over het hoofd gezien door nieuwe projectontwikkelaars op zee", zegt Nooitgedagt. ""Naast gebruikers als scheepvaart, militaire oefengebieden en zand-, olie- en gaswinning, maken vissers al sinds mensenheugenis gebruik van de Noordzee."

"Op dit moment staat onder andere uitbreiding van windmolenparken op de Noordzee op de planning. Van het huidige 957 megawatt naar 4.450 megawatt in 2023 en 11.450 megawatt in 2040. Daarnaast start deze zomer een pilotproject met een drijvende zonnecentrale van 2.500 vierkante meter. Natuurlijk zien wij het liefst dat deze bedrijvigheden worden voortgezet aan wal. Als er geen andere optie bestaat dan het plaatsen van deze economisch interessante projecten op zee, dan is het mogelijk om dat te vestigen op plekken waar zo min mogelijk vissers er last van hebben", aldus Nooitgedagt.

Volgens de Vissersbond kunnen de nieuwe bedrijvigheden effect hebben op het leven in en rondom de Noordzee. "De bouw en op termijn de sloop van windmolenparken of het opstijgen en landen van vliegtuigen kan een grote impact hebben op het zeeleven. De korte- en langetermijneffecten moeten wetenschappelijk onderzocht worden. Niet alleen voor de instandhouding van het huidige zeeleven, ook voor de voedselvoorziening die in gedrang kan komen."