"Pappa help me.."

Ik ben aan de buis gekluisterd, wat doen de Hollanders het goed! Het is een plezier om te kijken hoe onze mannen en vrouwen, onze helden de medailles veroveren. Vooral in het schaatsen, het glijden op de ijzers, zijn wij vaak de meerdere op de Olympische Spelen.

Het verrassende goud voor Achtereekte, het lang verwachte brons voor Marrit Leenstra, onze Irene, de ijskoningin die voor de vierde keer op rij goud verovert, het sprintkanon, de gouden Kjeld Nuis met in zijn kielzog de nog pas door een trekker overreden Patrick Roest, de shortrackster Yara van der Kerkhof geweldig met zilver, en wat op de tien gaat gebeuren weet u al (Jozien schreef de column vóór de rit).

"Wat maakt ons zo goed?", is de vraag die men zich stelt in het buitenland. Verrassend was ook de uitkomst die men in Korea' bedacht'. De Hollanders zijn zo geweldig goed in schaatsen, omdat ze in de winter naar school lange afstanden moeten schaatsen. Nou hebben we al een tijdje geen echte winter gehad, maar het ligt volgens mij ver in het verleden dat de jeugd schaatsend naar school ging. Ik weet van mijn vader die in Siddeburen [Groningen] opgroeide dat hij naar de Mulo in Appingedam ging en de ijzers onderbond als het vroor. Ja, dat was in een ver verleden. Is het onze bouw? Hebben we een goede techniek? Het fietsen? Een stelletje goede billen en benen, evenwicht en in het lichaam, kunnen we goed door de knieën, oftewel het diep zitten wat ons onderscheidt van de anderen? Of kunnen we dieper gaan? Meer afzien?

Afgelopen zondag sprak ik Piet Rodenburg, hij schaatste op de Weissenzee, met vele anderen, ook Tesselaars, de lange tour der touren, de alternatieve Elfstedentocht. Gerard en Nel haalden het kruisje een paar weken eerder en stuurden foto's van een prachtige ambiance, een natuurbaan tussen de bergen, zon, en windstil weer. "Daar is het geweldig schaatsen Jozien, het ijs werd nu wat minder, maar de sfeer, elkaar helpen is grandioos. Het is de sfeer van vroeger, buiten genieten en bezig zijn met elkaar." Piet kan er prachtig over vertellen, en spoort zelfs mij, met de twee kunstknietjes weer aan om op het ijs te gaan. Zou op het ijs die sfeer, de Friese Elfstedensfeer, het temperament van de nuchtere Hollander de ruimte krijgen?

Ik hou het in ieder geval niet droog als Jorien met haar rood geverfde haar op de bank bij Erben Wennemars in de studio haar verhaal doet, en de emoties de vrije loop laat. Ze heeft veel blessureleed gehad en heeft zich door het opschroeven van krachttrainingen naar boven gewerkt. Haar rit is grandioos, ze snijdt de bochten aan zoals alleen een shorttrackster kan doen, en dan… op het laatste rechte eind, als de benen vollopen, de verzuring toetreedt, het allemachtig pijn doet, dan denkt ze aan haar vader, in de diepte van haar gevoel denkt ze: 'pappa help me…". Hoe mooi kan het gaan, als we de vaderlijke hand hier op aarde bij ons weten, het goud in ons bestaan, daadwerkelijk ervaren….

Jozien