Jaap Bakker overhandigt de bronzen plaquette Charles G.J.  Pietersen aan Johan van der Hoeven van het oorlog- en verzetmusuem in Rotterdam.
Jaap Bakker overhandigt de bronzen plaquette Charles G.J. Pietersen aan Johan van der Hoeven van het oorlog- en verzetmusuem in Rotterdam.

Plaquette verzetsman

terug naar Rotterdam

Een bronzen plaquette ter nagedachtenis van een gefusilleerde verzetsman uit Rotterdam die jaren geleden bij de Texelse verzamelaar Jaap Bakker was beland, heeft een plekje gekregen in het Oorlog- en verzetsmuseum '40-'45 in Rotterdam.

De plaquette is ter nagedachtenis van Charles Gerard Jacques Pietersen, geboren op 18 januari 1915 in Rotterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Pietersen lid van de BS ("Binnenlandse strijdkrachten, gewapend verzet ") in Rotterdam. Hij was hoofdinstructeur en gaf met gedropte Engelsen en Nederlandse geheimagenten wapenles aan verzetslieden. Hij werd op 6 februari 1945 gearresteerd en gevangen gezet in Scheveningen en op 6 maart 1945 overgebracht naar kamp Oud Leusden, bij Amersfoort. Waar hij op 8 maart 1945, rond 07.00 uur, 30 jaar oud, met nog 48 andere verzetstrijders, als represaille voor een aanslag door het verzet werd gefusilleerd.

Het betrof een vergeldingsactie van de bezetters. In de nacht van 6 op 7 maart 1945 vond bij de Woeste Hoeve op de Veluwe door het verzet een aanslag plaats op de SS officier Hans Albin Rauter. De bedoeling was die nacht éen of twee vrachtauto's buit te maken op de Duitse bezetter. Maar volkomen toevallig kwam die nacht Rauter langs de Woeste Hoeve. Deze Obergruppenführer was de hoogste SS'er in Nederland. Hij was verantwoordelijk voor de onderdrukking en vervolging van het Nederlandse verzet. Hij was ook mede-verantwoordelijk voor de deportatie van ruim 100.000 Nederlandse Joden naar de Duitse vernietigingskampen.

Rauter raakte zwaargewond en hield zich dood. Zijn chauffeur Wilhelm Klotz en de adjudant van Rauter, Erwin Exner overleden ter plaatse. Uit wraak werden 117 gevangen op 8 maart 1945 nabij de plaats van de aanslag geëxecuteerd. Verder werden er 53 verzetsmensen in Amsterdam, 11 verzetsmensen op de Waalsdorper vlakte, 6 verzetsmensen in fort De Bildt en 49 verzetsmensen in kamp Amersfoort, onder wie Charles G.J. Pietersen geëxecuteerd. Het was de grootste massa-fusillade in Nederland tijdens de oorlog.

De plaquette ter nagedachtenis van Pieterse hing na de oorlog in een huis in Rotterdam. Het werd zo'n 50 tot 55 jaar geleden door een Rotterdammer gered toen deze woning werd gesloopt. Mogelijk het pand van levensmiddelenbedrijf firma Bouwmeester, waarvan Charles Pietersen in 1945 compagnon was. De vader nam de plaquette mee naar huis en bewaarde hem in zijn schuurtje. Vele jaren later verhuisde een dochter van deze Rotterdammer naar Texel en nam de plaquette mee naar het eiland.

Jaap Bakker uit Oudeschild, verzamelaar van allerlei spullen uit de oorlog, in het bijzonder over de Russenoorlog, kreeg de plaquette een jaar of vijftien geleden via deze vrouw in bezit. Hij gaf de plaquette een plekje op de schutting in zijn tuin. Pogingen om informatie over de plaquette te achterhalen mislukten.

Totdat Aad Blom het verhaal ter ore kwam. Hij deed onder andere onderzoek bij het NIMH (Nederlands Instituut Militaire Historie), het NIOD (Nederlands Instituut Oorlog Documentatie) en de administratie van voormalig kamp Amersfoort. Met als resultaat dat het volledige verhaal achter de plaquette nu bekend is. Dinsdag reisde Blom met Bakker af naar Rotterdam en overhandigde de plaquette aan Johan van der Hoeven, conservator van het oorlog- en verzetmusuem aan de Coolhaven, waar het een plekje krijgt.