LTO wil landbouwgrond voor
bedrijvigheid gecompenseerd
Als agrarische grond wordt omgezet in recreatie, dient dit te worden gecompenseerd. Maar als boerenland wordt omgezet naar bedrijventerrein, zoals nu in Oudeschild, staat daar niets tegenover. Tot frustratie van landbouworganisatie LTO.
"We hebben al 2500 voetbalvelden ingeleverd", wees LTO-voorzitter Arnold Langeveld dinsdagavond in de discussie over het nieuwe bedrijventerrein voor de bierbrouwerij op de hoeveelheid landbouwgrond die in natuur is en wordt omgezet. Ook door woningbouw, recreatie en bedrijvigheid is de oppervlakte landbouwgrond waarop vrij kan worden geboerd geslonken tot 6.000 hectare. "We zitten echt op de kritische bodem, we kunnen geen hectare meer missen", doelde Langeveld op de hoeveelheid grond die nodig is voor een gezonde landbouwsector.
Het stak hem dat er voor de 4,5 hectare landbouwgrond die nu wordt opgeofferd voor de bierbrouwerij geen compensatie plaatsvindt. De raad heeft in 2006 besloten tot oprichting van de administratieve grondbank, voor die gevallen dat agrarische grond wordt ingezet voor recreatie. Dus voor elke hectare toerisme, elders één hectare landbouwgrond terug. "U spreekt het wel in woord uit, maar niet in daad. Maar u bent verplicht die grond voor bedrijvighed de compenseren." Moreel wellicht, maar formeel niet. Want compensatiegrond voor uitbreiding van bedrijvigheid is volgens de huidige beleidsregels van de gemeente geen vereiste.
Overigens sprak Langeveld zich niet uit tegen de bierbrouwerij, maar ook niet vóór.