Half jaar cel voorwaardelijk geëist tegen Texelaar voor kinderporno
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 42-jarige Texelaar wegens het bezit en de verspreiding van kinderporno.
De man heeft bekend, nadat zijn naam boven was komen drijven bij onderzoek van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children. Met hun speurwerk stuitten de medewerkers van het Amerikaans centrum twee jaar geleden op accounts van de Texelaar, die ze tot op de persoon wisten te herleiden en waarvan ze de gegevens doorgaven aan het Team Bestrijding Kinderporno van de Nederlandse politie.
Zes meldingen werden in totaal gedaan, voordat de autoriteiten half 2016 op de stoep stonden van de Texelaar. Hij had zich bezondigd aan het gebruik van afgeschermde Twitteraccounts om foto's van jonge, schaars geklede meisjes in uitdagende poses verder over het internet te verspreiden. Bij de doorzoeking van zijn woning nam de politie een computer en een USB-stick in beslag.
"Kinderporno, zeggen de zedenrechercheurs", sprak de voorzitter van de rechtbank in Alkmaar dinsdag streng over de 621 foto's en zes films die op de gegevensdragers werden aangetroffen. De man was bij vlagen emotioneel, sprak met gebroken stem en huilde als de rechtbank hem voorhield wat er op sommige foto's was te zien. Hij was vooral "onwetend" geweest, zei hij. Via 'gewone' pornosites was hij de nietsontziende en keiharde wereld van de kinderporno "ingezogen".
De officier hield rekening met het blanco strafblad van de man en de voortvarendheid waarmee hij vorig jaar een behandeling afrondde. Zij vroeg de rechtbank de man in combinatie met zijn voorwaardelijke straf een meldplicht bij de reclassering op te leggen, "zodat we de komende jaren in de gaten kunnen houden of meneer echt niet opnieuw over de schreef gaat". De advocaat kon zich vinden in de eis. "Mijn cliënt weet dat hij fout heeft gezeten en dat hij straf heeft verdiend. Maar de impact is al enorm. En deze kwestie moet niet een heel leven verwoesten." De rechter doet op 6 februari uitspraak.