Het aangebrachte zand langs de Prins Hendrikpolder.
Het aangebrachte zand langs de Prins Hendrikpolder. Foto: Ton Zegers

"Afslaand zand PH-dijk gaat via Texelstroom op in Waddenzee"

Er is tot op heden geen sprake van aanslibbing of aanzanding in de vaargeul van de haven van Oudeschild als gevolg van de realisatie van de PH-zanddijk.

Dat heeft Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier desgevraagd laten weten. Het hoogheemraadschap baseert zich op dieptemetingen die worden gedaan in Oudeschild, bij de NIOZ-haven en de veerhaven op 't Horntje. De vraag werd gesteld, omdat er zorgen leven dat de haven van Oudeschild als gevolg van de realisatie van de zanddijk gaat dicht slibben.

Het hoogheemraadschap gaat uit van een netto-verlies van 20.000 kubieke meter zand per jaar bij het nieuwe gebied langs de Prins Hendrikpolder. Jan De Nul heeft daar het afgelopen half jaar 5,5 miljoen kuub zand aangebracht. "Er gaat dus meer zand afslaan dan 20.000 kubieke meter, maar er groeit ook weer zand aan bij de PH-zanddijk." Dat is volgens het hoogheemraadschap kenmerkend aan het nieuwe dynamisch gebied. "Op sommige plaatsen zal zand wegslaan en op andere plaatsen verwachten we juist aanzanding."

Het zand dat afslaat, gaat volgens het hoogheemraadschap via de Texelstroom op in de grootschalige zand- en slibtransporten in de Waddenzee. "Deze hoeveelheden vallen in het niet bij de enorme grootschalige waterbeweging en het zandtransportpatroon in de Waddenzee en de grootschalige morfologische ontwikkeling van de westelijke Waddenzee. De hoeveelheid sediment die door erosie van de Prins Hendrikzanddijk in de Texelstroom terecht komt, is een fractie van de hoeveelheid die van nature wordt getransporteerd."

Er is bij de PH een buffer met extra zand aangelegd, zodat naar verwachting een periode van tien tot twintig jaar kan worden overbrugd zonder dat er onderhoud nodig is. Tot nu toe is volgens Hollands Noorderkwartier de afslag beperkt gebleven en is bij laag water zichtbaar dat zich in het nieuwe gebied vooral het natuurlijk profiel heeft gevormd. Daarbij gingen een paar rietschermen verloren.

Het hoogheemraadschap stelt dat het de ontwikkelingen in het gebied na de oplevering (medio 2019) blijft monitoren om te zien hoe het gebied zich gedraagt. De komende vijf jaar is het onderhoud nog een verantwoordelijkheid van Jan De Nul. "De verwachting is dat een zandige versterking op de lange termijn minder kostbaar is dan een traditionele dijkversterking. Bij toekomstige stijgingen van de zeespiegel kan de duinwaterkering relatief gemakkelijk worden aangepast tegen geringe kosten. Dit in tegenstelling tot onderhoud bij een meer traditionele dijkversterking."