Tentoonstelling van Op Eigen Wieken in 1974.
Tentoonstelling van Op Eigen Wieken in 1974. "Exoten en parkieten hoog geklasseerd", schreef de krant. Op de foto Jan Bruin, Joop Smid en Gijs Jansen. Foto: Archief Texelse Courant

Op Eigen Wieken: in ban van vogelvirus

Nu nog een handvol leden, maar met in de glorietijd een stuk of zestig leden die jaarlijks hun visitekaartje afgaven op indrukwekkende vogelshows. Waarin trotse kwekers door hen gefokte, geselecteerde en vertroetelde parkieten, kanaries, zebravinken, nachtegalen, kolibri's en andere vogels presenteerden. Tentoonstellingen met het neusje van de zalm.

Voortgekomen uit kleindierenvereniging Kotex, waarin veel vogelliefhebbers zich niet meer thuis voelden. "We gaan op ons eigen", zou Jaap Daalder hebben gezegd, tevens de verklaring van de dubbele betekenis van "Op Eigen Wieken". In 1969 geregistreerd als vereniging. Van een club liefhebbers van vogels die in het klein begon met bescheiden tentoonstellingen met vogels in zelf getimmerde hokjes, tot een bloeiende vereniging met veel leden, die met grote tentoonstellingen stevig aan de weg timmerde.

Bert Koning raakte ook in de ban van het "vogelvirus". "Ik woonde in die jaren naast Joop Smit en werd als jochie gegrepen door al die vogeltjes die hij had. Ik kreeg van mijn vader een eenvoudig, zelf getimmerd kooitje en begon met een paar zebravinken en kanaries. In november 1970 kreeg ik onverwacht een gigantische collectie. Toen verging de TX26. Gerard van de Star was één van de opvarenden en lid van "Op Eigen Wieken". Ontzettend tragisch. Hij had een enorme collectie vogels, de familie zat er mee aan. Mijn oom Willem Griek zei: "Bert is net begonnen." Zo kreeg ik in één keer een hele collectie vogels. Ik was dertien, mijn vader moest gelijk aan het bouwen en timmeren. In die verzameling zaten veel tropische vogels. Ook rijstvogels, een soort die ik uit een soort nagedachtenis aan Gerard lang heb aangehouden."

Veel mensen hadden destijds liefhebberij in vogels. "Mensen gingen toen veel minder op vakantie dan nu, kregen meer vrije tijd en zochten een hobby. De één ging konijnen fokken, de ander kippen, duiven of nam een aquarium. Anderen namen vogels."

"We zijn begonnen in het oude Casino, waar we een van onze eerste tentoonstellingen hielden. Gerrit de Haan (van het Texels Museum) had flamingo's en kakatoe's geregeld. Dat was geweldig. We hebben daarna in de Oranjeboom (nu Chinees), de Lindeboom, de Witte Burcht en d'Ouwe Ulo (nu Artex) gezeten. Soms hadden we meer dan 300 vogels.

Ook wel samen met aquariumvereniging Aqua Vita. Dan hadden we een mooi gecombineerde show. Dames maakten bloemstukken en de tombola was belangrijk voor de clubkas. Kosten van de keuring en de zaalhuur liepen best in de papieren. Ik kreeg diep respect voor de manier waarop onze voorzitter Jan van Dorp flessen wijn en andere prijzen lospeuterde bij bedrijven. Later hielden we bij Kotex shows, ook met konijnen en kippen. Maar in de jaren zeventig was dat ondenkbaar. Teveel oud zeer tussen beide clubs."

De broedtijd vond ik de mooiste periode van het jaar

Vers bloed

Op Eigen Wieken was een bloeiende zelfstandige vereniging. Met een eigen jaarprogramma, maandelijkse vergaderingen, een tentoonstelling en veel warme onderlinge contacten. "Tijdens de broedperiode gingen we bij leden langs. Die zaten in alle dorpen. We promootten de vereniging op markten en braderieën en ook plaatsste de vereniging ook een gezelschapsvolière in het Verpleeghuis. Als vogelkweker heb je regelmatig vers bloed nodig. We wisselden dieren uit of haalden dieren van de overkant. We bezochten tentoonstellingen en vogelbeurzen aan de overkant."

Er moet niet te licht worden gedacht over het kweken van vogels. "Je kunt niet maar wat aanklooien. Het begint al met de keus met welke vogels je kruist. Een aantal leden ging zich specialiseren. Als er een bepaalde kanarie of andere vogel in Zeeland of Limburg zat, dan reden ze daarheen. Dan de broedperiode. Succes en mislukking liggen dicht bij elkaar. Of je de jongen op stok krijgt, of dat ze zomaar dood in het hok liggen. Het hangt met kleine dingen samen. Het is niet een kwestie van een bak water en voer neerzetten. Licht, temperatuur, vochtigheid, voeding, hygiëne, het telt allemaal mee. Je bent het hele jaar in de weer om ze in optimale conditie te krijgen om te gaan broeden. Sommige soorten, zoals tropische vogels, eten alleen levend voer. Ik had bijvoorbeeld vissenkoppen buiten de kooi ophangen. Daar komen vliegen op af.

Kanariepokken, overgebracht door een mug, kunnen je hele collectie om zeep helpen. Bloedluis kan ervoor zorgen dat de jongen in één nacht het loodje legden. Dan had je goed de pest in. Een pluk shag onder het nest bleek een goede remedie. Dat soort dingen hoorde je door op pad te gaan, vakbladen te lezen, etc. Joop Smit was voor mij een vraagbaak. Maar de factor geluk blijft heel bepalend. De broedtijd was de mooiste periode van het jaar. Dat de vogels op stok komen, goed door de rui en uitgroeien tot volwaardige vogels. Voor het ringen moet je er op tijd bij zijn. Voor kanaries hebben ze een doorsnede van 2,9 mm. Je moet ze vóór de zevende dag aanbrengen, ander krijg je ze niet meer over het knobbeltje. Een heel gepriegel."

Keuring

De shows vergden veel voorbereiding. "Maandag opbouwen, dinsdag vogels inbrengen en vanaf die dag verzorgen. Woensdag keuring. De keurmeesters kwamen van de overkant. Ze kwamen graag, want ze werden in de watten gelegd met een lekker etentje. De keuring moest bij daglicht, in de week van Sinterklaas best spannend. Na de keuring ging ik met de uitslagen naar "ome" Arie Moor. Die had thuis een stencilmachine, die nog in het verzet was gebruikt. Hij draaide dan de hele nacht door, waarna wij de volgend dag de catalogus in elkaar zetten. En hoorden wat er 's nachts allemaal mis was gegaan. Donderdagavond de officiële opening, dan in het weekend de show en na afloop alles weer opruimen."

Anekdotes rijgen zich aaneen. Over ontsnapte vogels, topfokkers die landelijke prijzen wegslepen, saamhorigheid en wat al niet meer. Maar nu is het over en uit. "Er is nog maar een handvol leden over. Ik begrijp het wel, maar het is ook doodzonde. Die saamhorigheid, de gezelligheid, de gedrevenheid voor deze hobby kun je niet meer delen."

Het restant dat Op Eigen Wieken bij de laatste bijeenkomst van dit jaar nog in kas had, inclusief de overgebleven goederen van de vereniging, zijn geschonken aan de Stichting Kinderboerderij Kotex.

Gerard Timmerman

Afbeelding