Mevrouw Rentenaar legde eerste steen

Mevrouw Rentenaar legde half mei 1968 de eerste steen voor het centrum aan de Mulderstraat. Symbolisch de eerste van 80.000 stenen die nodig waren en die aannemer Drijver zou metselen. Het idee voor het dorpshuis was geboren in huize Rentenaar, die altijd enthousiast had geturnd en nog "zeer actief" lid was van de gymvereniging.

Lof ook voor de al even actieve Jan Daalder. Het werkcomité bestond uit de heren Wierenga, Rentenaar en Drijver (op initiatief van dokter Renout). Het batig saldo van Oosterend Present (6000 gulden) werd voor het dorpshuis gereserveerd. Het Koningin Julianafonds droeg 4000 gulden bij.

Het gebouw werd in korte tijd "uit de grond gestampt". "Eenvoudig doch stijlvol" ontworpen door gemeentearchitect G. van der Struijs.

27 jaar later, in 1994, startte een renovatie en uitbreiding van het dorpshuis. Nadat de gemeente 350.000 gulden op de begroting had gereserveerd voor Oosterend konden de plannen worden uitgewerkt. De totale kosten bedroegen 650.000 gulden, waarvan de gemeenschap zelf drie ton moest opbrengen.

Aannemer Elko Vermeulen bracht de wensen van verschillende gebruikers en belangengroepen in kaart. De bestaande oppervlakte van 600 vierkante meter werd bijna verdubbeld tot 1100 meter. De sporthal kreeg een oppervlakte van 14 bij 27,5 meter. Met nieuwe kleedkamers, een tribune en een berging. Op de plek van de oude kleedruimtes kwam een peuterspeelzaal, met een aparte ingang. De keuken werd gemoderniseerd en de dorpszaal (voorheen de gymzaal) werd ingericht voor culturele- en andere activiteiten.

In januari 1995 ging de bouw van start, eind november kon de gymnastiekvereniging, onder het oog van 200 toeschouwers, voor het eerst een uitvoering geven in de fonkelnieuwe gymzaal. Het liep op rolletjes. Nadien volgde een grote renovatie, waarbij het dorpshuis werd gemoderniseerd en iets uitgebreid.