Piet Bolier neemt na 33 jaar afscheid van de gemeente en verhuist met zijn vrouw Gerri naar Julianadorp.
Piet Bolier neemt na 33 jaar afscheid van de gemeente en verhuist met zijn vrouw Gerri naar Julianadorp. Foto: Gerard Timmerman

Geleerd om te manoeuvreren

"Ik ben altijd op zoek geweest naar oplossingen. Dat is vaak gelukt, maar ook wel eens niet. De oplossing voor de één kan niet altijd de oplossing voor de ander zijn." Een realistische constatering van Piet Bolier, 33 jaar in dienst bij de gemeente Texel.

Piet Bolier trad in 1985 in dienst bij de gemeente als hoofd Buitendienst en neemt nu als regievoerder Uitvoering bij Gemeentewerken afscheid. Hij heeft in zijn tijd bij de gemeente leren "manoeuvreren". "In mijn werk (Regievoerder Buitendienst, dorpscommissies en afval en grondstoffen) heb ik te maken met het college, de raad, collega's, regelgeving, financiën en met mezelf. Maar ook met Texelaars. Want uiteindelijk zijn we voor de gemeenschap in de weer. Iedereen vindt het er het zijne van. Zo werkt dat in je gezin, je buurt, je straat en het dorp. Maar uiteindelijk is er altijd een grootste gemene deler. Toen we eens met de inrichting van een straat aan de slag gingen, vroeg ik vooraf aan de straat hoe zij er over dachten. "We zijn het allemaal eens." Zo gingen we het doen. Maar eenmaal aan het werk, bleek toch niet iedereen het er mee eens. Dat overkomt je één keer."

Zeeuw

Hij is afkomstig uit het Zeeuwse Tholen en voor zijn komst naar Texel uit Axel, bijna tegen de Belgische grens. "Ik was daar hoofduitvoerder bij een grote aannemer in groenvoorziening. Ik werkte zeventig uur in de week. Mijn oudste zoon was een peuter en brabbelde: 'nee-tijd-Peter-spelen'. Met andere woorden: 'Ik heb een vader die nooit tijd heeft om met me te spelen.' Ik realiseerde me dat het anders moest. Ik kreeg een vaktijdschrift onder ogen met daarin twee vacatures: Eentje was die voor hoofd Buitendienst Texel, de ander een baan in Zuid-Holland. Ik ben daar wezen praten, maar dacht: wat ze ook bieden, ik ga niet. Ik heb op Texel twee sollicitatiegesprekken gehad, toen ze zeiden: 'We willen het wel met je proberen.' Eind december 1984 zijn we hier met twee kinderen komen wonen. Eerst in een appartement in het oude Sint Jan in de Molenstraat. Veel ruimte was er niet. Gerri en ik met de kinderen op één kamer. Daarna zijn we naar de Mars verhuisd en in augustus 1988 naar de polder Eierland.

Als hoofd Buitendienst was ik verantwoordelijk voor zeg maar alles dat in een gele auto rijdt. Groen, afval, onderhoud bestrating en riolering. Een breed terrein, één van de redenen dat het zo'n leuke baan was. Ook het operationele aspect trok mij aan en ik vind het leuk om met mensen te werken.

De overstap van bedrijfsleven naar de gemeente was zeker een verandering. Texelaars zeiden wel tegen me: 'Jij bent geen standaard-ambtenaar'. Wat dat ook zou moeten zijn. Wat ze bedoelen, denk ik, is dat ik geneigd ben niet al te star te denken. Ik wil daarbij opmerken dat heel veel van mijn collega's zo bezien geen standaard-ambtenaar zijn. Er wordt wel eens erg makkelijk een stempel gedrukt. Ik zie dat veel collega's heel hard werken. Maar soms zijn we gevangen in allerlei regels en beperkingen. Aan de buitenkant zie je dat niet altijd.

"Veel regels zijn in de loop der jaren verscherpt. Denk aan arbo en milieu. Vroeger werd op straat het onkruid vrolijk weggespoten. Dat mag nu niet meer. Dat betekent dat je naar alternatieve methoden moet zoeken. Het vraagt een andere manier van werken en in dit geval kost het ook meer.

Toen ik hier begon hadden we bij 't Horntje nog de vuilstort, waar al het afval bij elkaar op een hoop werd gestort en begraven. Al tientallen jaren gaat het afval nu via de Hamster naar de overkant en doen we ons best het afval te scheiden. Papier en glas houden we apart, in 1996 kwam de groene container. Ik heb daar zelf de campagne voor gedaan. Als ik zie met hoeveel gemak dat toen is opgepakt, dan verwonder ik me daar positief over. Nu zamelen we ook het plastic, blik en drankpakken apart in. Texelaars doen het op zich best goed, de hoeveelheid grijs is al enorm gedaald. Alleen moeten we nog wat stappen maken. Per inwoner leveren we nog teveel restafval af. De overheid wil dat we op grotere schaal afval gaan scheiden. Het zou best kunnen zijn dat in de toekomst de grijze container verdwijnt en je met je restafval naar een container in de buurt gaat, om zo de afvalscheiding verder te stimuleren." Zelf is hij er gedreven in. "Met z'n tweetjes houden we een liter of vijf grijs afval per week over."

Soms gevangen in regels en beperkingen. Aan de buitenkant zie je dat niet altijd.

Plastic

Hij kent de verhalen over gescheiden plastic dat in de verbrandingsoven zou verdwijnen. "Ik zie niet altijd wat er aan de achterkant gebeurt. Wat ik wel zie is dat er steeds meer producten van plastic, drinkkartons en blik worden gemaakt. We zamelen deze grondstofstroom nog niet zo lang apart in, het is niet raar dat een goede afzet en productie tijd nodig hebben om zich goed te ontwikkelen."

Hij maakte meer veranderingen mee. "Zoals ecologisch bermbeheer. Een aantal jaren geleden hebben we dat ingezet. We hebben prachtige natuurgebieden, maar het is ook belangrijk dat als mensen over Texel rijden, ze zien hoe mooi het landschap is en de bermen. We strooien al jaren geen kunstmest meer en met maaien en opruimen geven we de planten de tijd om de zaden te laten vallen. Daardoor zijn de bermen heel bloemrijk geworden. We krijgen veel complimenten." Wat me veel pijn heeft gedaan zijn de enorme aantallen iepen die we hebben verspeeld in de periode van 1990 tot 2005. Met de ruilverkaveling en daarna zijn er op Texel een paar miljoen geplant. We hebben er alles aan gedaan de iepziekte te bestrijden, maar het was niet meer te stoppen. Hele mooie iepen, zoals aan de Molenlaan, zijn we kwijtgeraakt. Maar uiteindelijk zijn de boomsingels weer hersteld en is ook de Molenlaan nu weer mooi geworden."

Over het beheer van de sportvelden: "Het werk is ongeveer hetzelfde gebleven, maar het aantal voetballers neemt af. Voetbal, vooral voor jongens, en gym voor meisjes, is geen automatische keus meer. Men richt zich meer op individuele sporten, waarvan het aanbod veel groter is geworden."

In 2003 werd de geheel vernieuwde gemeentewerf in gebruik genomen. "Een mijlpaal. De voorbereiding, tijdelijke huisvesting en terugkeer waren spannende ervaringen."

Krachtige gemeenschap

Als dorpscoördinator en contactpersoon voor de gemeente schoof hij aan bij dorpenrondes van het college. "Toen ik hier begon hadden bewoners weliswaar inspraak, maar was het min of meer geaccepteerd dat de gemeente de dingen deed zoals ze deden. Nu zien we dat de rollen veranderen en dat de overheid taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij de burger neerlegt. Gemeenten zijn zoekende naar een goede manier om het beste samenspel tussen gemeenschap en vertegenwoordigers te vinden. We zijn allemaal mensen die anders reageren. Dat geeft een bepaald spanningsveld en is niet altijd even makkelijk. We zijn gelukkig een krachtige gemeenschap die veel aan kan. Maar we moeten goed opletten dat de boel in balans blijft en dat we constant zoeken naar de mogelijkheden die we hebben."

Betrokkenheid met de gemeenschap is Piet Bolier niet vreemd. "Ik heb misschien niet lang in besturen gezeten, maar heb wel verschillende dingen gedaan. Bij de keuzes om me ergens voor in te zetten, heb ik altijd de afweging gemaakt of het niet conflicteert met mijn werk. Daardoor heb ik wel eens nee gezegd. Zo ben ik bijvoorbeeld niet in het bestuur van de dorpscommissie of het dorpshuis (Vereniging Gemeenschap Eierland) gegaan. Ik help wel met de organisatie van de kerkenveiling het Durper Tuin- en Straatfeest, wat ik - straks meer van afstand - blijf doen, en andere activiteiten."

Zijn binding met De Cocksdorp en omstreken is groot. "Het is een betrekkelijk jonge gemeenschap, heel divers. Je hebt een vaste groep die heel betrokken is en veel doet. Maar ook veel mensen die elders aan het werk zijn, zelfs aan de overkant. Ik denk dat daardoor de binding wat minder is. Ze willen misschien wel, maar komen er niet toe. Ook mensen van buitenaf, die hier zijn komen wonen omdat ze Texel prachtig vinden, maar niet economisch gebonden zijn. Dat uit zich onder meer in de inzet van mensen voor de gemeenschap. Er zijn moeilijk vrijwilligers te vinden. Incidenteel misschien wel, maar structureel, zoals voor bestuurstaken, veel minder. Je ziet het verenigingsgevoel langzaam wegebben."

Zo betrokken en vergroeid ze zijn met de gemeenschap, toch verhuizen Gerri en Piet Bolier naar Julianadorp. "Ik begrijp dat mensen er door werden verrast. Toen onze oudste vertelde dat hij met zijn gezin naar Anna Paulowna ging verhuizen en we ons realiseerden dat we ook graag dichter bij onze dochter in Julianadorp willen wonen, hebben we een besluit genomen. Het is maar een klein stukje, maar de boot zit er toch tussen. We hebben een stacaravan in Drenthe en zo kunnen we ook makkelijk bij onze twee andere kleinkinderen in Groningen op bezoek. Ik denk niet dat het voor ons heel moeilijk is om op onze nieuwe stek iets op te bouwen. Ze weten me daar al te vinden", doelt hij op de golfbaan.

Gerard Timmerman

1991: Piet Bolier en collega Warner Schreurs analyseren een container huisvuil.