Bollentelers Piet Uitgeest, Menno Timmer, Marcel Smit, Klaas Uitgeest, Onno Terpstra en John Ran bekijken de beworteling.
Bollentelers Piet Uitgeest, Menno Timmer, Marcel Smit, Klaas Uitgeest, Onno Terpstra en John Ran bekijken de beworteling. Foto:

Alles draait om balans in de grond

Geen suikerbieten, bollen of gerst op het land van bollenteler Marcel Smit, maar een rijk bloeiend mengsel van onder meer zonnebloemen, soedangras, klaver, rode koolachtige en bladrammanas. Voorvrucht om de grond in optimale conditie te brengen en de bollen die Smit er van het najaar plant, sterker en minder vatbaar voor ziekten te maken. "Alles draait om balans in de bodem."

Langzaam maar zeker voltrekt zich een ommekeer op het boerenbedrijf, naar "natuur inclusieve landbouw". In de praktijk komt het neer op: werken mét in plaats van tegen de natuur. In de overtuiging dat daar hun toekomst ligt, heeft een groep Texelse bloembollentelers de daad bij het woord gevoegd: Smit: "Twee jaar geleden heb ik met Menno Timmer (bollenteler in Het Noorden) aan de overkant een cursus gedaan. Daar kwam duidelijk uit dat de gangbare manier van teelt vooral gericht is op het continu corrigeren met chemie: met kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Eigenlijk hadden we geen idee wat zich afspeelt in de bodem en hoe belangrijk dat is voor de plantengroei. We raakten er van doordrongen dat een plant uit een heel slim mechanisme bestaat dat uit zichzelf weerbaar is tegen ziekten en plagen, mits in de bodem de juiste omstandigheden heersen."

Bijwerking medicijnen

Timmer: "Onze bemesting was vooral gericht op NPK, stikstof, fosfaat en kali. Terwijl mineralen als calcium en zwavel belangrijker zijn. Door die eenzijdige bemesting wordt de balans in de bodem scheefgetrokken. NPK veroorzaakt allerlei andere ziekten, zoals schimmelinfecties. Vergelijk het maar met de ongewenste bijwerking van medicijnen."

Smit: "Aaltjes en schimmels hebben vaak een negatieve bijklank. Maar er zijn wel meer dan duizend soorten aaltjes, waarvan er een stuk of twaalf schadelijk zijn. Door onbalans in de grond, bijvoorbeeld door eenzijdige bemesting, krijgen negatieve aaltjes de overhand. Dat maakt de plant minder weerbaar. Want een plant leeft in samenwerking met schimmels, aaltjes en andere micro-organismen. Als je de grond in balans brengt, wordt de plant weerbaarder en heb je minder chemie nodig om te corrigeren." Menno: "Net als met de mens: als je gezond eet word je minder snel ziek."

Smit: "Stikstof is bijvoorbeeld een bron van luizen. Hoe meer stikstof, hoe meer infrarood een plant uitstraalt. Dat trekt luizen aan. Zuur in tulpen is ook gerelateerd aan stikstof." Piet Uitgeest: "Zuur is een groot probleem. Ook met chemische ontsmettingsmiddelen krijgen we er steeds minder vat op. Misschien ligt de oplossing ook in de grond."

Maar wat is goede grond? Best ingewikkeld, ook voor de gebroeders Ran van 's Hertogenbosch. Dankzij een programma van LTO, de provincie en het hoogheemraadschap kunnen ze eenmalig gratis een zogeheten "bodemcoach" naar hun grond laten kijken. Timmer volgt een cursus om zelf bodemcoach te worden. "We spitten een gat en kijken vooral naar de beworteling van de grond. Bijvoorbeeld op een plek waar de groei achterblijft. Vaak komt je dan een storende laag tegen. Als gevolg van een verkeerde grondbehandeling of door iets anders. Het draait er vooral om dat je je bewust bent wat er in je grond gebeurt."

Net als met mens: wie gezond eet, wordt minder ziek

Op de akker waar Smit groenbemester zaaide dat uit 21 verschillende soorten planten bestaat, spit Timmer een diep gat. Hij wijst op het profiel. "De wortels gaat helemaal tot beneden. Een mooie diepe beworteling. Daardoor kunnen de planten goed bij het vocht. Maar er zitten ook planten tussen met een minder diepe beworteling, die brengen juist de bovenkant van de bouwvoor in een betere conditie." Smit: "Voor het zaaien heb ik compost gestrooid. De plant neemt dat op. Zo krijg je een natuurlijke omzetting van de voedingsstoffen uit de compost, veel beter dan dit kunstmatig toe te voegen."

Spuiten

Het gebruik van chemische middelen is al een stuk omlaag. Smit: "Voorheen spoten we tien keer per seizoen tegen vuur. (schimmelinfectie in tulpen). Dat hebben we teruggebracht naar drie. Wij rijden nog wel tien keer met de spuit, maar zeven keer spuiten we alleen bladvoeding en plantversterkers. Jammer dat mensen dat niet aan de buitenkant kunnen zien, zij denken: daar gaat weer zo'n boer met z'n gifspuit. Meestal dus niet." John Ran: "Je moet natuurlijk wel goed blijven opletten. We kunnen het ons niet veroorloven om in al onze goede bedoelingen onze oogst te verspelen." Timmer: "We zitten nu nog in een soort ontdekkingsfase waarin we dit vrijwillig doen. Nu doen we veel ervaring op, maar kunnen we in geval van nood nog terugvallen op een chemisch middel. De kennis en ervaring die we nu opdoen, zal in de toekomst goed van pas komen als de overheid ons nieuwe beperkingen oplegt."

Smit: "Het heeft tijd nodig. We kunnen onze grond niet in één jaar helemaal in de goede balans brengen. Maar binnen drie tot vijf jaar wel op een redelijk niveau komen." Om meer kennis en ervaring op te doen hebben Smit, Timmer en Uitgeest zich aangesloten bij NLG (Natural Living and Growth) Holland, een coöperatie van telers die werkt aan bodemverbetering.