Wat ik zeggen wou

Chagrijn en gastvrij

Steeds meer ben ik er van overtuigd dat het vooral de enorme hoeveelheid blik is die de grens bepaalt dat Texel vol is. Het benauwt wanneer je de stroom auto's via Binnenhaven, Weststraat, Hoofdgracht richting TESO rijdend of stilstaand ziet gaan. Arm Den Helder, gaat er door je heen. En datzelfde beklemmende gevoel herhaalt zich wanneer de boot diezelfde massa uitkotst op de Pontweg. De borden met "De Texelse wegen zijn niet berekend op snelverkeer" draag ik een warm hart toe.

Als het om mensen gaat, is er onderscheid. Wie zijn het echt waard om hun vakantie te mogen vieren op ons fijne eiland? Het is een hobby geworden, naar de mensen op de boot te kijken en een voorzichtige selectie maken. Niet populair bij mij zijn de mensen die 'alles' al hebben, onhebbelijk blasé zijn. Naar het eiland komen omdat je niet voor niks dat tweede huisje hebt. 'Nee, het is niet onze vakantie, we zijn al weggeweest en in de herfst zijn we van plan nog even daar en daar heen te gaan.' Met uitgeflapte oren luister ik dan wat de echte vakantiebestemmingen dan wel zijn. Terloops wordt nog even genoemd dat het toch de BMW-cabrio gaat worden. De kleur daar wordt nog over gesteggeld.

Stressers

Dan zijn er ook die nauwelijks weet hebben waarom ze naar Texel gaan. Ze zijn met hun telefoontjes in de weer en reageren verbaasd als blijkt dat we al voor de haven liggen. Dat zijn vaak de stressers, strakke koppen zonder weet van wat er om hen heen gebeurt. Zal ze een worst zijn, als er maar niemand hun voor voeten loopt. Ze eisen hun recht op met parkeren (in het centrum) en bij de kassa. 'Gaat u maar voor, ik heb geen vakantie', is dan een leuke tekst.

De mensen die dwars door je heen of langs je kijken. Verbaasd reageren op een groet, geen weet hebben van een aardige blik of lach. Je kunt ze terugvinden op bijvoorbeeld een duinpad. Ze kunnen het niet helpen, maar wij voelen ons er ongemakkelijk bij. Een blij hoofd en een aardige opmerking kan soms ook wonderen verrichten, komt er een leuke reactie. Maar anderzijds ook irritatie, je wordt gezien als een storend element. Waar bemoei je je mee.

Vreters

Aan boord zie je ook de vreters. Hun ogen gaan glanzen als ze bij het buffet langs gaan. Soep, broodjes, gebak, koffie, wijn, bier. Het is teveel op te noemen en een keuze maken is moeilijk. Als we halverwege het Marsdiep varen, zie je ze een plek zoeken ze met gevulde bladen vol hapjes en drank en je denkt: hoe krijgen ze het nog op! Die zitten goed bij ons er is immers heel veel lekkers verkrijgbaar.

Kleuters die meeuwen mogen voeren, hoe onhandig dat gaat wanneer de wind het brood terug blaast op dek. Sommige vinden het gewoon zonde om alles weg te geven en eten er dus ook zelf van. 'Pappa', hoorde ik een jongetje van een jaar of vier vragen, 'zijn dat nou de duiven van Texel?' Het aller, aller leuks zijn de mensen voor wie Texel echt vakantie betekent. Die naar de uitgestrektheid van de Hors kijken, zo'n groot strand. Stel dat zij dat zullen lopen! Ze maken foto's, wijzen plekken aan en genieten al volop. Hun vakantie is al voor de volle honderd procent begonnen.

De eerste keer

En dan die twee jongens van een jaar of vijftien. Ze zijn uit het oosten des lands komen fietsen. Voor de eerste keer zien ze de zee en het is een ervaring voor ons om daar getuige van te zijn. Ze hadden zich er geen voorstelling van kunnen maken hoe de zee er in werkelijkheid uit zou zien. Zijn compleet verrast, zóveel water om je heen. Ze wijzen richting Noordzee, daar zie je alleen maar water!!! Het liefst had ik ze bij de hand genomen en alle mooie plekken van ons eiland laten zien. De Hors over en door De Slufter, met een garnalen kotter naar de Waddenzee. Maar dat mocht niet van Joop sr. "Ze zijn oud en wijs genoeg, ze hebben ook de weg hier naar toe kunnen vinden, die redden zich best."

Al die soorten mensen, duizenden in getal, met hun verschillende karakters, gedrag en stemmingen. Ze overrulen onze bevolking van ruim dertienduizend inwoners. Je kunt er hele studies op loslaten, maar Texel mag niet voller, drukker worden anders raken we onszelf kwijt. En als Tesselaars chagrijnig worden, is dat voor niemand leuk, zeker niet voor de gasten. Chagrijn en gastvrijheid zijn slecht te combineren.

Nel Rommets