Professor Katja Phillipart op het wad:
Professor Katja Phillipart op het wad: "Dit voorjaar waren ze er weer. Waanzinnig!" Foto NIOZ

Uitzonderlijk gunstige broedval kokkels lijkt hitte te overleven

Voorafgaand aan de kokkelsterfte afgelopen zomer was er dit voorjaar een uitzonderlijk gunstige broedval van schelpdieren in de Waddenzee. "En het lijkt er op dat die gehandhaafd blijft."

Die constatering deed NIOZ-professor en schelpdieronderzoeker Katja Philippart voor de microfoon van VroegeVogels. De laatste succesvolle broedval van kokkels dateert alweer uit 2011. Nagenoeg alle kokkels op het wad stammen uit dat jaar. "Elk jaar gaan er dood, de overblijvers worden steeds ouder." Al jaren werd uitgekeken naar een nieuwe succesvolle broedval, maar steeds vergeefs. Tot nu. "Dit voorjaar waren ze er weer. Waanzinnig! En het is nog steeds waanzinnig. Ze lijken het goed te doen, ook de mesheften en strandgapers. Dit hebben we heel lang niet gezien. We dachten: dit wordt een bijzonder jaar. En toen moest de zomer nog komen." Daarin deed zich massale sterfte van kokkels voor. "Dat kan een direct effect van de hitte zijn. Maar ook indirect. Kokkels zijn koudbloedig. We hebben een watertemperatuur van 37 graden Celsius gemeten. Daardoor gebruiken de schelpdieren heel veel energie om in leven te blijven. Een effect kan ook zijn dat ze verhongerd zijn. Ze hebben veel voedsel nodig, dat ze niet te pakken krijgen. Een ander mogelijk effect is dat ze gevoeliger zijn geworden door parasieten, die juist goed gedijen bij hogere temperaturen. Er zijn veel opties, de vraag is nu: waarom?" Zoals de vraag: is ook de broedval verloren gegaan? "Zeker weten we het niet, maar zoals het er nu naar uitziet lijkt de broedval zich goed te handhaven. We hebben in de Mokbaai gekeken. Daar zie het tjokvol. En een paar dagen geleden bij Spiekeroog (Oost-Fries Waddeneiland in Duitsland), waar ze ook gigantisch hard groeien. Kokkels hebben wel een vertraagde reactie. Dat de oude kokkels nu uit de weg zijn, waardoor de jonkies meer ruimte hebben, kan een voordeel zijn." Phillipart benadrukt dat het incidentele waarnemingen zijn, maar dat de totale situatie nog in kaart moet worden gebracht.