De ponen zijn nog niet gaar, constateren visrokers Hans, Ben en Cor Daalder (vlnr), deelnemers aan de Strender Visrook Wedstrijd.
De ponen zijn nog niet gaar, constateren visrokers Hans, Ben en Cor Daalder (vlnr), deelnemers aan de Strender Visrook Wedstrijd. Foto: Gerard Timmerman

Kwestie van geduld: Gerookte vis is slowfood

Sfeervolle taferelen in Oosterend, waar zaterdag de Strender Visrook Wedstrijd werd gehouden. Liefst negentien rookvaten waren in het dorpscentrum in gereedheid gebracht. Beste visroker was Leendert van der Vis.

Visroken is een oude traditie die in menig vissersdorp nog wordt beoefend. Zeker in Oosterend en Oudeschild, waar liefhebbers graag een gerookt slippie, makreeltje of poontje naar binnen werken. Dat de ene visroker de andere niet is, blijkt zaterdag. Is het niet de rookinstallatie die bij vrijwel elke roker anders is, dan verschilt de brandstof wel of de wijze waarop de temperatuur, vochtigheid en het rookgehalte worden geregeld en gecontroleerd. En ook de preparatie van de te roken vis verschilt per deelnemer.

Het loopt uiteen van een indrukwekkende rookinstallatie waarmee Piet Beuving en Marcel Honingh (de winnaars van vorig jaar) op het hoekie Kerkstraat-Oesterstraat hun de poontjes en slippies roken. Populair is nog altijd de oude oliedrum, zoals die van Robert Schulze en Theo Kikkert. Nog vrijwel nieuw, niet totaal verroest, maar nog blinkend van de verf. "De olie geeft er een bijzonder smaakje aan", grapt Kikkert. Maar de geur van de rook die uit het vat opstijgt doet toch echt vermoeden dat de boel grondig is gereinigd en er netjes op hout wordt gestookt.

Maar welke soort? "Wij stoken op een combinatie van beuk en vurenhout", vertellen de neven Ben en Hans Daalder. Hans: "Eiken geeft er een vrij scherpe smaak aan." Bij het vat snippers hout en mot. "Mot is voor de rook, vuren om te smoren." Ben: "En je moet er natuurlijk veel liefde in stoppen." Ze roken samen met Ben's vader Cor. Als die het deksel een klein stukje opent, loeren de drie mannen naar de inhoud. Dan de klep snel weer dicht. De poontjes zijn nog niet gaar.

"Visroken is een kwestie van geduld", vertelt Marco Drijver. Met zijn rookmaat Kerry Rammers doen ze vanuit hun meegebrachte tuinstoelen verslag van hun rokerij. " Met deze poontjes duurt het wel een uurtje tot vijf kwartier voor ze gaar zijn. En je moet ze eerst nog drogen. Rustig aan, je moet geen haast hebben. Gerookte vis is slowfood. In Den Helder roken ze de vis in een half uur gaar. Dat is het fastfood, net als die frikandellen en patat die ze daar zo graag eten. Roken mag niet te heet, dan barst de vis open en dat mag niet." Het controleren van de temperatuur is een kwestie van gevoel. "Je moet nog net je hand op het vat kunnen houden."

Het is aan de jury om de vis te controleren. Dit jaar zijn dat Els Drijver, Marie Louise Dros, Astrid Witte, Wim Westdorp, Cees Timmer en Wilco Drijver. Met liefst 19 rokers geen makkelijke taak. Ze letten op hygiëne. Bijvoorbeeld of de rokers een emmer water in de buurt hebben om hun handen af te spoelen. De vis wordt beoordeeld op kleur, of ze goed gaar zijn, niet glazig, op vet en of het velletje er makkelijk vanaf wil en natuurlijk op smaak. Er werden geen onvoldoendes uitgedeeld.

Winnaar van de 17e editie van de Strender Visrook Wedstrijd Leendert van der Vis mocht na afloop de Arie Ellen Bokaal in ontvangst nemen. Hij nam de beker over van Piet Beuving en Marcel Honingh die dit jaar derde werden. Jacob Keijzer werd tweede.

De gerookte vis werd verkocht door Nel en Bep. Het bracht €1.841,- op. De netto-opbrengst wordt ook deze keer overgemaakt naar de dorpscommissie, ten behoeve van het openstellen van de toren van de Maartenskerk. De opbrengst van gebakken vis is voor de Roparun.