Annie Hin-De Porto:
Annie Hin-De Porto: "Prettig hoe er in Oudeschild veel wordt gedaan voor de ouder wordende bewoners." Foto: Jeroen van Hattum

Later alsnog voor de klas gekomen

Ze leidde kinderen uit Oudeschild door Amsterdam om meer te vertellen over de Jodenvervolging, helpt vluchtelingen met taal en woonde en werkte jarenlang op de boerderij. Annie Hin - de Porto uit Oudeschild is deze week te gast in 'Eiland Van...'

Bent u geboren en getogen op Texel?

Jazker, ik kom uit een gezin van acht kinderen en ik ben geboren en getogen in een huis aan het Schilderend. Ik ben een dochter van Piet de Porto. Het was vroeger soms wat krap met tien mensen in één huis, maar het was goed te doen. Het kombord van Den Burg stond net iets verderop in de straat, dus ik zeg altijd dat ik officieel altijd buiten Den Burg heb gewoond.

Mijn vader had een klein aannemersbedrijf, Firma De Porto en De Jong, dat vroeger in de schuur van Van Wessem zat. Dat is de plek waar nu de Blokker zit. Het was een klein bedrijf en bij ons thuis gold de regel dat we alleen iets mochten kopen bij mensen die klant bij ons waren. Zag je ergens anders bijvoorbeeld een mooie jas hangen, dan was het jammer, maar die mocht je niet kopen als het geen klant van mijn vader was.

Op welke school zat u?

Ik zat als kind op de Jozefschool, omdat we van katholieke huize waren. Ik had graag door willen leren, maar ik moest voortijdig van school om thuis mee in het huishouden te gaan helpen. Mijn moeder was vaak ziekelijk, dus ik was thuis nodig. Maar ik heb wel avondcursussen gedaan, zodat ik later bij de Rabobank kon gaan werken.

Ik viel voor de brede interesse van Kees voor alles wat zich in zijn omgeving afspeelde

Het was de tijd van de verzuiling, dus je had bij het Casino één keer in de maand 'Musette' oftewel het dansen van de rooms-katholieke dansclub en daar moest je natuurlijk bij zijn. Daar heb ik mijn man Kees Hin leren kennen. Je had een afdeling voor de jongens waarvan Cees destijds voorzitter was en ik was voorzitter van de afdeling voor de meiden, dus zo kwamen we met elkaar in contact. Tijdens mijn werk bij de Rabobank had ik me voorgenomen nooit met een boer te trouwen, maar ik viel als een blok voor Kees. Ik viel vooral voor zijn brede interesse in alles wat er om hem heen gebeurde.

We zijn na ons trouwen op de boerderij aan de Ottersaat gaan wonen, waar we 35 jaar hebben gewoond. Kees heeft er van zijn geboorte tot zijn 65ste gewoond en gewerkt. Nu woont en werkt onze dochter Ineke daar met haar man Marcel en hun kinderen. Die zijn inmiddels de zesde generatie binnen de familie aan de Ottersaat. In totaal kregen we drie dochters en een zoon. Het idee was altijd dat onze zoon Kees-Jaap de boerderij zou overnemen, maar dat besloot hij uiteindelijk toch niet te doen. Groot was onze verbazing toen Ineke vervolgens zei dat zij wel wilde. Ze doet het geweldig.

Hoe was het leven op de boerderij?

Het was een prachtig plek om te wonen. Ik kan me herinneren dat er toen veel meer weidevogels waren dan nu. Ik ben ooit wel eens gevlucht uit het land voor een stel grutto's die allemaal hun nest aan het beschermen waren. Ik heb altijd het gevoel gehad dat de gans één van de oorzaken is geweest van de afname van het aantal weidevogels. Ik heb meteen vanaf de eerste dag gezegd dat ik niet ging koeienmelken. Dat heb ik bewust ook nooit geleerd. Kees zat in die tijd in veel besturen en hij is later ook raadslid geweest voor het CDA, dus ik zag de bui al hangen dat ik 's avonds anders het werk aan het afmaken was. Ik zorgde voor het halen en brengen van de koeien naar de wei, voor de pasgeboren lammetjes van onze honderd schapen en ik deed het huishouden. In de lammerentijd maakten we vroeger altijd gebruik van een luik in onze slaapkamer, zodat we de schapen in de stal in de gaten konden houden. Dan kon je zien wanneer er een schaap ging bevallen, zodat je daarbij kon zijn. Dat luik was één van de vele praktische dingen die Kees altijd bedacht.

Wat had u verder voor activiteiten?

Ik had graag onderwijzeres willen worden, maar dat ging helaas niet omdat ik voortijdig van school moest. Maar ik heb later wel opleidingen gevolgd en uiteindelijk heb ik dertig jaar lang godsdienstonderwijs aan De Bruinvis in Oudeschild verzorgd. Op die manier kwam ik alsnog voor de klas. Het begon met godsdienstles, maar later ben ik ook meer aandacht aan maatschappijleer gaan geven. Uiteindelijk ben ik twaalf jaar lang met de groepen 8 van De Bruinvis naar het Anne Frankhuis in Amsterdam geweest om de kinderen daar meer te laten zien over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens die bezoeken aan Amsterdam gingen we ook altijd naar het monument op de Dam, de spiegelgalerij in de Kalverstraat en afwisselend naar het Verzetsmuseum, het Rembrandthuis of museum Ons' Lieve Heer op Solder dat vroeger een schuilkerk op de Wallen was. Ik vond het prachtig als de kinderen uit Oudeschild in het Rembrandthuis in het atelier van Rembrandt zaten te tekenen. We gingen ook altijd even naar het Auschwitzmonument van Jan Wolkers in het Wertheimpark.

Wat heeft u met vluchtelingen?

Sinds een aantal jaar geef ik samen met Tine Visser, Edith Mesman en Noor Steen op maandagochtend in De Schakel taalonderwijs aan vluchtelingen op Texel. Dat is naast de lessen voor de inburgeringsexamens die zij moeten doen. Het beheersen van de taal is een sleutel tot zoveel als je hier bent komen wonen. We hebben oud lesmateriaal van de Thijsseschool en De Bruinvis om les te geven. We doen dat met veel plezier en er komt gelukkig veel humor bij kijken als we bezig zijn. Dat is ook een belangrijk ding. Laatst hebben we de lessen weer gezamenlijk met de mannen en de vrouwen afgesloten en zijn we lekker aan het sjoelen geweest.

Wat bent u na het leven op de boerderij gaan doen?

We zijn in 2001 in Oudeschild gaan wonen aan de Commandeursingel en daar hebben we geen spijt van gehad. Hier in het dorp is zorg voor elkaar. We eten bijvoorbeeld elke maand mee bij de Sosa in het dorphuis en we zijn ook altijd bij de kerstvieringen van de Sosa. Je komt elkaar op die manier tegen en het is wel zo prettig dat hier in het dorp veel wordt gedaan voor de ouder wordende bewoners. Als je iets moet hebben, kun je het over het algemeen hier in het dorp zelf vinden en dan hebben we ook nog de ijsbaan vlak bij onze deur.

Wat heeft u met fietsen?

Toen we nog aan de Ottersaat woonden, zijn we lid geworden van 'Vrienden op de Fiets' en dat is in Oudeschild altijd zo gebleven. Ik kwam er destijds via Guur Bakker mee in contact. Het is een organisatie van mensen die graag fietsen en overnachtingadressen aanbieden. Het belangrijkste is dat je een schoon bed aanbiedt, een goede douche en in de ochtend een ontbijt. Het levert je vaak ontmoetingen met bijzondere mensen op. Zo hadden we laatst twee Mexicanen die een studie volgden aan Wageningen Universiteit en op de fiets Nederland aan het verkennen waren. We hebben ook een Frans gezin dat soms op de fiets deze kant uitkomt en een vrouw uit België die het prachtig vindt om langs de Waddenzee te fietsen. Zelf zijn we ook veel op pad geweest via 'Vrienden op de Fiets' en op een hoop bijzondere plekken gekomen.

Hoe ervaart u de Texelaar?

Texelaars zijn toegankelijke mensen. Ik vind het leuk dat er onderling zoveel verschillen zijn. Je moet er niet aan denken dat iedereen hetzelfde zou zijn.

Wat moet op Texel blijven zoals het is?

Ik hoop dat het fietsen en lopen langs de Waddenzee mogelijk blijft na de versterking van de Waddendijk. Het zou erg jammer zijn als dat lastiger zou gaan worden. Het is zo'n mooi gebied om te lopen en te fietsen. Zelf wandel ik nog wel eens met een vriendin en dan gaan we meestal tot aan Ceres, zodat we de Waddenzee rechts van ons hebben. Meestal pakken we dan gewoon dezelfde route terug, zodat we opnieuw langs zee lopen.

Wat is er zonde aan Texel?

Het is zonde dat er momenteel zoveel vergraven wordt op het eiland. Ik wil niet negatief zijn, maar ik kijk wel met zorg naar de ontwikkelingen in Waalenburg. Als daar bijvoorbeeld vijf natuurboeren de kans hadden gekregen, hadden ze er ook een bijzonder gebied van gemaakt met veel natuur, maar ook met koeien en schapen in het landschap. Ik kijk verder met enige zorg naar de schelpeneilandjes die je op verschillende plekken ziet ontstaan. Die had je hier vroeger niet van nature.

Wie verdient er een grote pluim op Texel?

De Lieuw, de vereniging voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Uiteraard omdat mijn dochter en Marcel daarbij zitten, maar wat Ineke daar doet, deed ze vroeger als kind ook al. Altijd interesse voor de natuur, voor de vogels en de planten. Ze is ook niet voor niets een biologische boer geworden. Altijd kijken naar de combinatie van landbouw en natuur en zorgen voor diversiteit. Vroeger op de RSG kwam ze bij Mies de Wilde al vaak met iets bijzonders dat ze ergens had gevonden naar de les om er meer over te weten.

Wat doet u over vijf jaar?

Hopelijk nog steeds in Oudeschild wonen en hopelijk in goede gezondheid genieten van het leven.

Wie zou u in de volgende Eiland Van… willen zien?

Denise Betsema. Ik heb haar vroeger in de klas gehad met godsdienstles en dat was een leuke klas waar ze in zat. Denise was ook een leuke meid en ik zie haar nu regelmatig in de krant staan, omdat ze het zo goed doet met fietsen.

Afbeelding