Deelnemers aan de Pan Frisian Island Expedition langs de Deense, Duitse en Nederlandse Waddeneilanden bij de Wezenputten.
Deelnemers aan de Pan Frisian Island Expedition langs de Deense, Duitse en Nederlandse Waddeneilanden bij de Wezenputten. Foto: Gerard Timmerman

Texel sluitstuk expeditie "slow tourisme"

Wat zijn de overeenkomsten tussen de Waddeneilanden, de tegenstellingen en wat kan worden gedaan om duidelijk te maken hoe bijzonder de eilanden zijn? Vragen waarop deelnemers aan de Pan Frisian Island Expedition langs de Deense, Duitse en Nederlandse Waddeneilanden een antwoord hopen te vinden. Als laatste eiland werd vrijdag Texel aangedaan.

Deelnemers aan de expeditie kwamen van Deense, Duitse en Nederlandse Waddeneilanden. Onder hen onder andere Frederik Paulsen, een multi miljardair uit Zweden, die de uitnodigingen voor deze reis met het historische luxe zeilschip Artemis had verstuurd. De expeditie was gestart in het Deense Esjbjerg, waarna de betrokkenen allerlei eilanden aandeden en het bijzondere landschap, de cultuur en de bevolking tot zich namen. Zo hoopten de vertegenwoordigers van de verschillende eilanden wat van elkaar te kunnen leren, onder meer over het zogeheten "slow toerisme". De tegenhanger van "fast tourisme", waarmee gedoeld wordt op Japanners, Chinezen en Amerikanen die in een paar uur tijd zoveel mogelijk van het eiland willen zien. Een groep die door deze groep als oninteressant wordt gezien. Slow toerisme mikt op de gast die langer verblijft en meer diepgang zoekt. In cultuur, natuur en historie. Een stabieler soort toerisme.

Een stelling die wordt onderschreven door expeditie-deelnemer Terschellinger Joop Mulder, grondlegger van Oeral en initiatiefnemer van het "Sense of Place". Dit eiland overstijgende project bestaat uit een aantal kunst- en cultuurprojecten langs de Waddenkust, zoals een zeezwembad, beelden en een buitendijkse terp. Daarmee wil hij het landschap dat door mensenhanden is gemaakt, beter laten zien. "In Werelderfgoed Waddengebied zie je overal de mensenhand in terug. Als de Afsluitdijk niet was gemaakt, had het er zoals nu niet uitgezien. Dijken zijn onze geschiedenis, maar het cultuurlandschap is ook onze toekomst. "Soms hebben mensen kunst nodig om te zien wat ze normaal gesproken niet zien. Neem de dijken. Van harde, stijle dijken stappen we over op breder en meer glooiende dijken. Zachte dijken noemen we dat. Als we dat uitbeelden als een mooie liggende vrouw, dan heb je een 'dijk van een wijf'. Als je dat zegt, zie je bij de mensen in één keer de klik. Kunst als magneten." Eerder zei hij daarover: "Christo zou jaloers op onze dijken zijn".

Mulders idee is om, naast landschapskunst ook kunstinstallaties te ontwikkelen. "Die vertellen de verhalen van het landschap en vormen de verbinding tussen de eilanden, van Esjberg tot Texel." De Terschellinger toonde zich op de dijk bij De Cocksdorp een hartstochtelijk pleitbezorger voor het plan voor de Wadsteiger. "Een hele mooie toevoeging aan het eiland. Het heeft alles te maken met de omgeving, verleden en toekomst en verbindt kunst met cultuur." Miljardair Paulsen hield zich vrijdag wat afzijdig, maar is naar verluidt enthousiast over de ideeën van Mulder.

De deelnemers zagen kansen, maar herkenden op de eilanden ook dezelfde knelpunten. Zoals het opkopen van veel permanente huizen door mensen van buitenaf en ook de toenemende toeristische druk die wordt ervaren blijkt een gemeenschappelijk knelpunt. Gids Arnold Langeveld kreeg onder meer vragen over hoe het zit met het beddenplafond op Texel, het aantal toeristen en de veerdienst. Er werd een kijkje genomen in Kaap Skil, bij de Wezenputten, bij Martin Kikkert van Westergees, Boutique Hotel Texel en de Waterspeelplaats.