Narcissenteler Sieme de Jager was gespecialiseerd in de teelt van Dubbele von Sion.
Narcissenteler Sieme de Jager was gespecialiseerd in de teelt van Dubbele von Sion. Foto: Archief Texelse Courant

Bollenteler reisde voor Sions naar Frankrijk

De prijs van bloembollen mag tegenwoordig marginaal zijn, er was een tijd dat een mand vol honderd gulden (bijna €45,-) opbracht. Vooral de Texelse narcis Dubbele von Sion was gevraagd. Ooit een specialiteit van telers Sieme en Kees de Jager van de Mokweg. Enige tijd geleden overleed Kees, deze week Sieme.

De bollen waren destijds zó kostbaar, dat het loonde om in de bus te stappen en diep in Frankrijk wilde Sions uit het gebergte te steken. De taal was voor Sieme geen probleem, Frans leerde hij onderweg wel.

Sieme de Jager was een bijzonder mens. Gesprekken met deze markante Hoornder namen vaak allerlei wendingen, over de meest uiteenlopende zaken had hij wel wat te vertellen, hele verhandeling kon hij er over houden. Zoals die keer dat deze krant onverwacht op bezoek kwam. Het ene moment schudde hij een verhaal uit de mouw over wat ooit de grootste drukpers van Nederland was, om daarna over te stappen naar zijn oom bij de belastingdienst die zijn boekhouder nuttige tips gaf. Sieme de Jager nam de tijd voor een praatje, had een brede interesse en een opmerkelijk geheugen.

Een bijzondere narcissenteler, met ook bijzondere voorkeuren. Zo teelde hij als enige in Nederland de kwiekgele rijkbloeiende narcis Incomparable. Een stokoud ras, dat in de crisisjaren (hij doelde op de jaren dertig) verdween toen de markt in elkaar zakte. Bollentelers kieperden ze allemaal weg. "In een enkel tuintje bleven er nog een paar over en omdat ik ze mooi vond heb ik ze eruit gespit." En doorgeteeld. Maar zijn droom dat er weer vraag naar zou komen, kwam niet uit. Het was en bleef bedroevend slecht in de narcissen.

De Jager kreeg de bollenteelt met de paplepel ingegoten. Zijn vader was duinboer met wat koeien, schapen en een hoekje narcissen. Toen zijn vader een baan kreeg als vogelwachter op het eiland Rozenburg (nu Europoort), en het gezin verhuisde, stond de Tweede Wereldoorlog op uitbreken. De jonge Sieme zag Rotterdam nog branden. Toen de bezetters op vaders land bunkers gingen bouwen, keerden ze terug naar Texel en pakten het boerenbestaan weer op. Sieme, die ook veel op De Hors te vinden was en het strand afspeurde naar spullen, zette het bedrijf voort met zijn broer Kees. De voormalige duingrond was uitstekend geschikt voor Sions, een narcis die als het op grond aankomt zeer kieskeurig is. De Jager had wel een verklaring voor de hoge prijs van Sions. "Ze werden veel gebruikt ter versiering van graven. Er waren natuurlijk een hoop Duitsers doodgeschoten en die graven moesten natuurlijk worden versierd." Voor vers plantgoed reisde hij naar Frankrijk, waar ze van nature groeien. "Als je die Franse bollen hier op het land zette, dan groeiden ze het eerste jaar drie keer over de kop." Behalve voor Sions, reisde hij ook voor het plukken van sneeuwklokjes naar Frankrijk.

Over de jaren vijftig. "Gele krokussen waren in die tijd ook hartstikke duur. Wel een tientje per kilo. Een arbeider kostte toen een tientje per dag. Tot de jaren tachtig was er goed geld te verdienen in de bollen. Maar daarna is het steeds verder weggezakt. Narcissen is helemaal brandhout (2003)." Hij vertelde hoe een exporteur Februari Gold wilde kopen, bollen die ooit voor honderd gulden per mand gingen. "Deze man bood maar een paar tientjes. Voor dat geld moest ik ze ook nog sorteren en leveren op een tijdstip dat hém uitkwam. De groeten!"

Wegens gezondheidsredenen stopte Sieme de Jager een jaar of vijftien geleden met de bollenteelt. Hij overleed afgelopen vrijdag en werd 82 jaar.