Albert Hoven en boswachter Jerome van Abbevé bij één van de vangarmen van de eendenkooi van Spang.
Albert Hoven en boswachter Jerome van Abbevé bij één van de vangarmen van de eendenkooi van Spang. Foto: Jeroen van Hattum

Rondlopen door de mystiek van vroeger

Het zijn veelal eeuwenoude plekken die nog altijd iets mysterieus over zich heen hebben. Vier eendenkooien telt Texel in totaal en één daarvan, de kooi van Spang aan Dijksmanshuizen, is al een paar jaar in gebruik voor rondleidingen.

Het is een stukje lopen naar de eendenkooi van Spang, maar dat is niet verwonderlijk. De kooien lagen vroeger bij voorkeur verscholen in het land, zodat het er stil en verlaten was. Met name de stilte was nodig om wilde eenden naar het water van een eendenkooi te lokken.

Volgende fase van de strijd was dat een kooiker in alle stilte en op het juiste moment de wilde eenden met behulp van tamme eenden en een kooikerhondje naar één van de vangpijpen lokte, zodat de wilde eenden niet meer weg konden, maar eindigden in een vangkooi.

Het belang van stilte ging zover dat de kooiker vroeger zelfs de losse takken van de paadjes haalde, vertelt Albert Hoven die elke zaterdagmiddag rondleidingen geeft in de eendenkooi van Spang. Een verkeerd geluid kon destijds al het verschil maken tussen een goed gevulde vangpijp of een stel verschrikt en te vroeg opvliegende eenden. Het kooirecht zorgde ervoor dat er in een straal van 1130 meter om een eendenkooi niets mocht gebeuren om de rust te behouden.

Eendenkooien waren alleen in het najaar en in de winter in gebruik, dus elke gevangen eend - vroeger vaste kost op het menu - was meegenomen. In het kooikerhuisje van Spang hangt een overzicht waarop staat hoeveel de ene of de andere soort eend waard was.

Werken op een eendenkooi betekende vroeger ook leven met de omstandigheden, vertelt Hoven. "Als het stormde, kon de kooiker het onderhoud aan de bomen doen, omdat de eenden dan niet hoorden dat hij bezig was. En het liefst 's nachts, omdat wilde eenden nachtdieren zijn. Als er ijs lag, kon de kooiker het water op en onderhoud aan de waterkant verrichten. Anders kon dat ook niet."

Om in zijn bestaan te voorzien had de kooiker van Spang als nevenactiviteit bloembollen en er staan meerdere appel- en perenbomen rond de eendenkooi, zodat de kooiker vroeger fruit kon telen. Tegenwoordig is er veel Siberisch winterpostelein in de kooi te zien. Ook het zeldzame spinaziezuring komt er voor. Hoven: "Dat is sinds 1988 niet meer op Texel gezien. We vermoeden dat er vorig jaar met baggerwerkzaamheden in het water zaden naar boven zijn gekomen en dat die weer zijn gaan bloeien."

De laatste kooiker van Spang was Kees Koning uit Oosterend die er van 1895 tot 1943 kooiker was. In dat jaar verkocht hij de eendenkooi aan Natuurmonumenten. Albert Hoven kan in ieder geval met passie over de eendenkooi vertellen. "Dit is ook een heerlijke plek om de rust te ervaren. En we zijn met een hoop vrijwilligers waarmee we de kooi onderhouden." De andere eendenkooien op Texel zijn bij Zuid-Haffel, Westergeest en Korverskooi. De laatste is van Staatsbosbeheer, de andere drie zijn van Natuurmonumenten. Westergeest, ook wel de kooi van de Dames Dijt genoemd, is nog steeds in gebruik voor het vangen van eenden.

Volgens Hoven komen er elke zaterdag aardig wat mensen een kijkje nemen bij de eendenkooi. "We zien ook geregeld Texelaars die toch eens komen kijken wat er allemaal op het eiland is." De rondleidingen bij Spang kunnen tot en met eind september elke zaterdagmiddag tussen 12:30 en 16:30 uur worden gevolgd.