Column

Zweepslag

En zo zit je opeens van het ene op het andere moment in de spreekwoordelijke 'ziekenboeg'. In mijn geval gebeurde het twee maanden geleden bij een sprong aan het net tijdens het volleyballen. Een stekende pijn in de kuit bij de landing en meteen het besef dat het foute boel was. Zweepslag oftewel een scheurtje in de kuitspier. Strompelend naar de douche om te koelen en met de auto naar huis gebracht. Op dat moment was elke beweging er even één teveel.

Het was letterlijk aan den lijve ervaren hoe je van het ene op het andere moment een kwetsuur kan hebben waar je je naar moet schikken. Een andere keuze heb je niet. De gezondheid leed niet onder de zweepslag, hooguit mijn 'eergevoel' toen ik de volgende ochtend minstens vijf minuten bezig was om voet-voor-voet de Groeneplaats over te steken...

Achteraf bekeken heb ik baat gehad bij wijze woorden van huisartsen en fysiotherapeuten in mijn omgeving. 'Rust gunnen' en 'in beweging houden' luidde het devies. Dat betekende dus niet op een bank neerploffen, maar in een lager tempo doorgaan en simpelweg accepteren dat ik nog wel een tijdje wat langer dan gebruikelijk over de Groeneplaats zou blijven doen.

Fietsen gingen gelukkig wel, zij het met een andere manier van opstappen en afstappen om 'het been' te ontlasten. En ik moest er alert op zijn om bij het remmen niet automatisch het verkeerde been als eerste op de grond te zetten. Dat ging niet altijd goed, maar ik heb alle 'jubel- en juichkreten' die op die momenten in me opkwamen gelukkig binnenskamers weten te houden...

Volleybal en hardlopen lag twee maanden plat (zwemmen ging wel), dus voor mijn gevoel denderde de conditie vrolijk achteruit, terwijl er op 30 september een 10 km op de agenda staat (Texel Halve Marathon) en daar wil ik als loper graag weer aan de start verschijnen. Hetzelfde geldt voor het volleybal. Die gedachten blijken bij nader inzien toch ook niet geheel onbelangrijk te zijn geweest.

Afgelopen zaterdag liep ik voor het eerst in twee maanden weer hard. De kuit hield het goed, maar tot mijn stomme verbazing was de conditie er ook nog. Het hielp enorm om heel rustig te beginnen en niet te snel van start te gaan. Na een uur stond er zes kilometer op de teller en dat had ik in de verste verte niet verwacht.

Dan helpt het voor het herstel van een blessure misschien toch hoe je ergens tegenaan kijkt. Oftewel: ik houd die 10 kilometer van de halve marathon de komende tijd nog maar even voor ogen als doel om naartoe te werken

Jeroen van Hattum