Eilanddichter

Boom met kluit

Eilanddichter Mare van der Mast droeg bijstaand gedicht vrijdag voor tijdens de nieuwjaarsreceptie van de gemeente.

Er werd gegraven, gestreden, verkocht en gebeden.
Er werden schapen gekeurd, met brommers in polonaise gescheurd.
Er was de avondvierdaagse met warme onthalen.
Er waren dieptes behangen met draden en linialen.
Er was gefluister, geschreeuw, geroddel en verhalen.
In een nacht is er zelfs een man opgepakt, zwaaiend met een wapen.
Er waren marktlieden niet blij met verplaatsingen.
Er was een onthulling van de kunst van een zetel.
Er werd gelachen, geraakt en gehekeld.
Men vond ook een dood paard,
voorzichtig ontleed vooral niet aan trekken,
men vond het paardenskelet, maar ook de brisantgranaat.
De brisantgranaat in de diepte bleek niet meer gevaarlijk
maar herinnerde ons aan een pijnlijk verleden.
Er waren kinderen die hielden van spelen
op hout klauteren, klimmen en slingeren.
En toch moest het geliefde klimrek verdwijnen.
Er waren protesten en resten van huizen en straten.
Er waren poffertjes die ook uit moesten wijken.
Er waren vragen.
Herinneren we ons het rijke verleden?
Blijft er genoeg om te spelen?
De spelende mens deed, maakte en bedacht
met haar vertier en verdriet, haar serieus en ludiek
verzon zij op het allerlaatst voor de eerste dag
van tweeduizend achttien:


Plant een boom, plant een boom in het hart
waar het bonst en klopt, waar het leven begint in de grond
plant een boom op de plek die al zoveel verduurde
zoveel geschuurd, gegraven verplaatst en bevraagd.


Plant een boom, juist daar
plant een boom als een droom
voor het nieuwe jaar.


Plant een boom in het hart,
de kluit er nog aan.

Eilanddichter Mare van der Mast