Jeruzalem..

Ach die oude strukelende zilvergrijze Sint

Moet wachten op Spanje er staat teveel wind

Hij zag heel Tessel flink op hut

Zwoegend aan de dijk,met stenen en prut

Hij wil niet met modder gooien,

Nee, het is een positieve man,

Natuurlijk kan men op dit eiland ook klooien

Maar het vuur wordt hier bestreden door de beste brandweerman,

Ach wat gaat er als een lopend vuurtje

Door de straten van elk dorp

Wordt er geknutseld, elk laatst uurtje?

Heeft Van der Linde een van Grunsvenworp?

Amigo hoopt op grote kwaliteit

Deze oude schimmel produceert alleen nog schijt.

En daaraan hebben we echt geen gebrek,

Gelukkig hebben we de Hamster, die heeft altijd trek.

Of fietsen we met een leger van Bets?

Over een vuilstort zonder geklets?

Dat zou echt een Super Sunday zijn

Maar bij de olie hoort altijd azijn,

Pissers vindt je overal, de Groeneplaats, of in het park

Daar verscheen een glazen paleis,

En de archeoloog had een oeroud paard aan de hark,

Nu liggen er weer tegels, een lappendeken, is dat wijs?

Misschien beter straks een baantje voor de jeugd,

Schaatsen uit het vet, bewegen is goed, geeft vreugd

Ja een voorbeeld "de Tevoko dames", ze gaan op kop

En onze Dorian schiet ook weer door het zilte zalige sop

Net als huiler Dennie in ons Ecomare

Hij is gered, net zoals velen door onze reddingsboot

Zij hieven de glazen met jonge klare

De voldoening van de vrijwilliger is groot.

De zorg, een zorgenkindje, dat is zeker voor de raad,

Een groot aandachtspunt, voor de zuster op de straat

Die gaat op haar fiets, naar elk ziek mens,

Er moet ruimte en geld komen, dat is Sint zijn wens,

Een hospice mooi, en zeker een huis van Tante Jans,

Maar ook achter alle huizen met kruizen

Moet zorg zijn met een kans

Kans op een toekomst voor iedereen

Anders wordt het reddend zwemmen

En dweilen met de kraan open en dat wil geen een.

Want wat heeft men aan dijken als bergen zo groot

Als het kind wordt weggegooid met het badwater uit de schoot.

Speul als een kind, gooi met wat modder volgende week

Want dat doet een kind het liefste,een kind uit mijn streek,

U komt mij ook zeker tegen, de oude Sint, ik hou van hem,

en weet misschien ook iets geks te brengen, in ons eigen Jeruzalem.

Jozien