Albert, Lisanne, Ewoud, Marije en Thomas Van der Schans met het Mantelzorgcompliment.
Albert, Lisanne, Ewoud, Marije en Thomas Van der Schans met het Mantelzorgcompliment. Foto: Gerard Timmerman

Mantelzorg Ewoud verdient een compliment

"Het is je kind, daar zorg je toch gewoon voor." De extra zorg en aandacht voor jongste zoon Ewoud, geboren met een Taal Orgaan Stoornis (TOS), waardoor hij moeite heeft met spreken, is vanzelfsprekend voor de familie Van der Schans uit Oudeschild.

Wat voor de één gewoon is, is voor de ander bijzonder. En in feite is het ook niet zo gewoon en moet dit gezin best veel doen en laten om te zorgen voor een zo normaal en plezierig mogelijk bestaan voor de jongste. Reden waarom de gemeente aan de familie Van der Schans het Mantelzorgcompliment heeft toegekend.

TOS wil zeggen dat het "bruggetje" tussen hersenen en stembanden, waardoor andere mensen leren en kunnen praten, bij Ewoud ontbreekt. Albert: "Hij praatte eerst helemaal niet. Tot hij viereneenhalf jaar oud was heeft Ewoud niet gesproken. Geen woord", vertelt vader Albert. "Op de peuterspeelzaal hier in het dorp liep het niet met hem. We dachten: jeetje, wat moeten we hier mee? In samenwerking met het consultatiebureau en andere instanties kwamen we uit bij een peuterspeelzaal in Julianadorp, die speciaal voor deze kinderen is. Daar vandaan kreeg hij een plaats toegewezen op de Burgemeester Wilderschool in Schagen. Met gebarentaal en andere technieken lokken ze daar spraak uit. Ewoud was gek van dierengeluiden. De logopediste heeft daar op voortgeborduurd en zo heeft hij leren praten. Hij gaat elke dag naar Schagen en dat gaat heel goed. Hij praat nu redelijk."

Een belangrijke fase in zijn ontwikkeling, want pakweg tot je zevende jaar ontwikkel je je spraak. Marije, zijn moeder: "Aan praten hangt zóveel vast: schrijven, lezen, communiceren met de buitenwereld." Ewoud praat niet zoals anderen, maar op zijn eigen manier kan hij zich nu steeds beter uiten.

Dagelijks wordt Ewoud bij 't Skiltje opgehaald met een busje van TEBO, dat hem samen met andere kinderen die speciaal onderwijs aan de overkant volgen, vervoert. Albert: "In de bus worden ze prima begeleid. Ze worden begeleid door Paulien, die op de boot spelletjes met hen doet. Ewoud zit met twaalf kinderen in de klas, er zijn drie juffen die allemaal een andere functie hebben en zo de kinderen stimuleren. Hij gaat nu met sprongen vooruit. Het is fijn dat hij daar ook een vervolgopleiding kan volgen."

Marije: "Het zijn best lange dagen en als hij thuis is, dan hoeft hij niet zo nodig meer de deur uit om met andere kinderen te spelen. Dat is aan de ene kant jammer, want zo maakt hij hier geen vriendjes, maar ik begrijp het ook wel weer."

"Als hij thuis is zijn we veel met hem bezig. Met net even meer aandacht dan voor Thomas (10) en Lisanne (13). Die sneeuwen wel eens een beetje onder. In het begin vonden ze dat lastig, maar ze pakken het goed op. Ze doen niet moeilijk. Het is schipperen, maar het heeft allemaal zijn plekje gevonden. Vakanties, als Ewoud thuis is, vergen meer aandacht. Dat ga ik van alles met hem doen. Hij is gek op fietsen, dus dat doen we vaak."

Albert: "We laten er veel voor en je kunt niet zomaar iets doen zonder te plannen. Ik werk door de week, het meeste komt op Marije neer. Maar het brengt ook voor Ewoud beperkingen met zich mee. Sporten is lastig, vooral teamsporten. Maar zwemmen gaat goed. Hij heeft les en heeft het daar heel erg naar zijn zin."

Over het Mantelzorgcompliment, een pakket vol lekkere dingen: "We vinden het een mooi gebaar en waarderen het erg."