De zakdoek…

Als we maandagmorgen vroeg de kotter uitzwaaien, zoeken we de luwte van de misthoorn. Een dikke bui en een dikke bries, het is echt winter, nat en koud. "Het is weer om bij de kachel een erfenis te verdelen", grapt Niek en snuit in een grote zakdoek. Ik lach, ik ken de uitspraak niet, en ga gauw op route om de patiënten te doen.

Er zijn meer mensen die verkouden zijn en de eerste griepklanten dienen zich ook aan. Ik moet er zelf ook aan geloven, het water loopt me zelfs uit de ogen, ik proest heel wat af, een zere slikker maakt het zaakje compleet. Eigenlijk moet ik om tissues, maar ik hou er niet van. Geef mij maar gewoon een zakdoek.

Toen mijn vader overleden was, moest er op een gegeven moment opruiming komen in de kast. Overhemden, broeken, van alles waar een herinnering aan zat. Niet alleen door het dragen maar ook door het strijken wat ik graag deed voor mijn moeder. "Die zakdoeken wil ik wel mam." Het snuit vele malen lekkerder in een gestreken zakdoek , zacht aan de neusvleugels, beter dan het schuurpapier van Tempo. Ze gaan jaren mee, net als de wafelluiers, die ik antiekeling ook boven op zolder keurig heb bewaard. Het brengt ook herinneringen met zich mee, gedachten aan momenten die ik deelde met mijn vader. Mooie ontroerende gebeurtenissen, maar ook verdrietige momenten waar de zakdoek voor tevoorschijn werd gehaald, momenten die we deelden, en die troost gaven.

Troost die we nodig hebben, iedereen, allemaal, waar ook ter wereld plengen mensen tranen, wordt er gehuild om verlies van een dierbare, een vader een moeder, een kind, een vriend. Worden kaarsen aangestoken en herdenken we diegenen die ons dierbaar waren. Vorige week zondag werd een kaars aangestoken in de "Burght" voor Pier. Ik kende hem goed, had hem ook als patiënt gehad, een vriendelijke zachte integere man die ook in zijn woongemeenschap zeer geliefd was.

De rij voor ons was bezet met zijn vrienden, medebewoners, en toen de dominee sprak over Pier en de kaars aanstak waren ze zeer verdrietig. Fred was ontroostbaar, de tranen biggelden over zijn wangen. "Het was mijn vriend", huilde hij hardop. Het ontroerde me en ik greep in mijn handtas, daar zat gelukkig een schone grote witte gestreken zakdoek. "Hier Fred, een zakdoek van ome Enno, huil maar uit."

Ik wreef hem over zijn rug en er kwam wat rust, hij snoot flink en keek nog eens naar de witte doek alvorens hij hem in zijn zak stopte. Ik knikte naar hem, het was goed, hij mocht hem houden. Een erfenis gaat verder van generatie op generatie, het zijn de eigenschappen in de genen, die helemaal niets met geld te maken hebben. Het is het optimisme, de vriendelijkheid, de behulpzaamheid, de integriteit... Vul het maar in, wat hangen blijft. Wat beklijft. Wat de persoon die overleden is achterlaat in woord en daad, hoe lang of kort hij of zij ook maar in ons midden was, het is het mooiste deel, het erf wat nog over is en in ons blijft leven….

Jozien