Robert Bakker, in 2016 tijdens de Texel Halve Marathon
Robert Bakker, in 2016 tijdens de Texel Halve Marathon Foto: Texel Halve Marathon

Waar ligt de grens?

Robert Bakker, fysio- en manueeltherapeut, looptrainer en hardloper, schrijft maandelijks in een column over de dingen die hem bezighouden.

Tijdens het sporten ontkom je er niet aan, de afstand is van tevoren bepaald en die moet je afleggen. Of het nu een vijf, tien kilometer of een marathon is, deze afstand ligt vast. De vraag is of die grens ook echt de grens is.

Misschien had je wel verder gekund, had je die grens wel kunnen verleggen. In plaats van de tien kilometer die het parcours aangaf twaalf, vijftien of misschien nog wel verder. Wie weet wat je dan allemaal was tegengekomen. We leggen ons allemaal grenzen op. Niet alleen met sport, dit gebeurt met alles. En dit komt lang niet altijd door onszelf, vaak is het de buitenwereld die voor ons bepaalt waar onze grenzen liggen.

Dit gebeurde bij mij bijvoorbeeld op de middelbare school. Ik deed de LTS ,het huidige VMBO. Ik kwam er al snel achter dat ik niet de meest handige persoon was. Dus moest ik een keuze maken wat ik nu eigenlijk wilde doen. Sport was mijn lust en mijn leven en de ALO daar moest je havo voor hebben. Maar het CIOS dat kon wel met LTS niveau C-D. Dus ik nam het besluit om dat te gaan doen. Maar ik was geen ster in turnen en je moest voor het CIOS een toelatingstest doen. Zowel fysiek als theoretisch. Dus ik besloot te gaan oefenen en trainen om aan de toelatingseisen te voldoen. Hier begon ik mee in september en de toelating was in mei.

Ruim een half jaar de tijd dus. Geen probleem zou je zeggen. Ik oefende elke dag, om 8.00 uur op school en desnoods na schooltijd nog een paar uur. In oktober kreeg ik van een gymleraar te horen: Stop toch gewoon, je redt het toch niet. Als jongen van vijftien zakt dan de moed wel een beetje in de schoenen. Ik ben die dag weggegaan. Naar huis, naar mijn moeder. Daar vertelde ik wat die man mij vertelde, dat ik niet goed genoeg zou zijn om toegelaten te worden op het CIOS. Mijn moeder vroeg: "Wat wil je zelf?" "Ja, naar het CIOS." "Dan ga je daarvoor maar dan ook voor de volle honderd procent."

En dat heb ik gedaan. Ik trainde, oefende en leerde zo goed als ik kon. Uiteindelijk kwam de dag van de test die ik haalde. Helaas werd ik uitgeloot. "Maar", zeiden ze in Arnhem, "je kunt ook een tussenjaar doen. Dan krijg je didactiek en lesgeven en kun je het jaar erop naar het CIOS. En aldus geschiedde. Als je iets graag wil: go for it! En laat anderen niet bepalen waar jouw grens ligt. En lukt het niet de eerste keer, dan is er altijd wel een andere weg.

Robert Bakker