Veel belangstelling voor de opgravingen op de Groeneplaats.
Veel belangstelling voor de opgravingen op de Groeneplaats. Foto: Jeroen van Hattum

Opgravingen afgerond

Na zes weken graven is het archeologisch onderzoek op de Groeneplaats afgerond en worden de onderzochte locatie weer dichtgegooid met zand en bestraat. De oudste gevonden resten dateren uit de Late IJzertijd (250 v. Chr – 12. V. Chr).

"De opgraving heeft veel gegevens en vondstmateriaal opgeleverd. Deze werpen meer licht op de bijzondere geschiedenis van Texel en Den Burg." Die conclusie trekt het team van archeologen. Er zijn onder andere resten van een vroegmiddeleeuwse ringwalburg teruggevonden. Alle vondsten worden gedetermineerd, onderzocht en zorgvuldig bewaard. Binnen twee jaar moet het volledige onderzoek zijn gerapporteerd. Op kortere termijn, in het voorjaar, geven de archeologen een lezing in Den Burg waarbij de resultaten van het onderzoek gepresenteerd worden.

De oudste gevonden resten dateren uit de Late IJzertijd (250 v. Chr – 12. V. Chr). Het gaat om erfscheidingen in de vorm van greppels, akkers met sporen van landbewerking en aardewerkvondsten die mogelijk met een religieus ritueel motief zijn begraven. De in het oog springende vondst uit de vroege middeleeuwen is de gracht van de ringwalburg. De gracht en de vulling hiervan kon in meerdere dwarsdoorsnedes nauwgezet bestudeerd worden. In de volle middeleeuwen is tussen de vroegmiddeleeuwse ringwalburg en het latere Agnietenklooster een pad aangelegd op de dichtgegooide gracht. Dit pad, dat herkend werd aan de hand van de indrukken van karrewielen, liep vanaf de huidige Zwaanstraat tot de kern van het oude Den Burg. Mogelijk hebben dit pad en karrenspoor te maken met het graven van de nieuwe gracht en het egaliseren van het terrein in de 14de eeuw.

Op een diepte van 2 meter onder de Groeneplaats werd nabij de toegang van de Elemert in een kuil het skelet van een klein middeleeuws paard of veulen gevonden. Het lag nog in anatomisch verband met het hoofd schuin gekeerd over de voorbenen. De kuil was afgedekt met flinke veldkeien. Nabij deze kuil werd nog een kleine kuil met dierenbotten afgedekt met veldkeien aangetroffen. Onder de locatie van de Pofferglop is op vergelijkbare diepte een tweede begraven veulen gevonden. Wat deze merkwaardige dierbegravingen betekenen en hoe oud deze precies zijn, wordt nu uitgezocht. In de late middeleeuwen wordt het kloosterterrein in gebruik genomen. Hiervan zijn meerdere erfafscheidingen gevonden, waaronder diepe kuilen, kleine grachten, een tuunwal en een kloostermuur. Aan de hand van het archeologisch onderzoek kunnen de exacte grenzen en afmetingen van het kloosterterrein nu worden bepaald. Opmerkelijk is de aanwezigheid van vele waterputten langs de Parkstraat.