Blowing in the wind

We reden met een lange stoet de pont op om een patiënt de laatste eer te bewijzen. De zwarte vlaggetjes keurig als teken van een rij bij elkaar horende familie, vrienden op de weg. Loslaten, aan de overkant toevertrouwen is letterlijk en figuurlijk een moeilijke taak. In de zorg hebben we al minder tijd voor de patiënt en vergen de papieren soms het uiterste van mijn geduld, toch lijkt de band die we hebben met de mensen dezelfde als voorheen. Ja, zelfs nog beter in dit geval. En dat is niet alleen onze verdienste, dat is ook een geopende eigenschap van de ouder wordende mens. Klaarblijkelijk past de oudere mens zich aan, waar vroeger de wereld al kleiner werd boven de 70 jaar, waar de kring zich vaak meer en meer sloot, is er nu een drang om fit en mondig in het leven te blijven staan.

Bij deze vrouw van 95 was er nog een grote interesse in haar omgeving, in haar familie en vriendenkring, maar ook naar ons de zorgverleners toe. En dat is zeer plezierig, het geeft een extra dimensie aan het mooie maar zware beroep. Ik denk ook dat deze instelling, natuurlijk gepaard gaande met een redelijke gezondheid, de vreugde verhoogt voor de mens zelf. Naast de beperkingen van het lichaam en de geest is dit misschien wel een verrijking, waar zij ook van uitdeelde aan iedereen.

De achterkleindochter ontroerde me. "Oma, ik kon bij u terecht voor een kop thee, om mijn verdriet en mijn belevenissen te delen, u bent voor altijd een voorbeeld voor mij." U leest het goed, de achterkleindochter. Voor drie generaties een voorbeeld zijn, een schouder om op te huilen, een luisterend oor, een deelgenoot op het strand, op de fiets, op het terras, op reis, in de muziek, in de krant, in de tuin, in de winkel, in de wereld waarin zij leefde, dat getuigt van klasse. "Bedankt voor het prachtige weekend naar Andre Rieu, wat hebben we genoten en gelachen." Als die verbondenheid er is met de jeugd, dan moet er een jonge geest in het lichaam dat vele wegen bewandelde hebben gezeten. Dat kan niet anders. Toen we met de pont terugkwamen was er de uitnodiging om nog iets te drinken in De Lindeboom waar zij vroeger gewerkt had.

Hoe treffend was het om daar onder het genot van een wijn of Skuumkoppe het glas te heffen en met elkaar te luisteren naar de stemmen en de gitaren van Jaap en Rikus. Blowing in the wind, How many roads. We kennen het lied allemaal, en Jaap vertelde dat hij haar een paar weken geleden was tegengekomen. Ze luisterde graag naar hem en had gevraagd: 'speel je nog eens Blowing in the wind voor mij?' Dat deed hij natuurlijk met liefde, net als Rikus.

Als ik Souwtje uitlaat in het donker onder de heldere sterrenhemel zit het liedje nog in mijn hoofd en ik neurie het als ik doorstap in de koude wind. Dankbaar neem ik me voor, dat als ik in het voorjaar oma word, ik zal proberen om dezelfde wegen te bewandelen.

Jozien