Rutgert Oosterhuis en Adri Vonk bij het kadaver van de dwergvinvis.
Rutgert Oosterhuis en Adri Vonk bij het kadaver van de dwergvinvis. Foto: Gerard Timmerman

Dode dwergvinvis vermoedelijk aangevaren door een schip

Nabij de Stuifdijk bij 't Horntje is dinsdagmiddag het kadaver van een dode dwergvinvis aangetroffen.

De TX27 zag het kadaver van de walvis drijven, waarna walvisdeskundige Adri Vonk werd gealarmeerd. Vonk belde op zijn beurt Rutgert Oosterhuis van Het Sop, waarna ze het dier samen naar de NIOZ-haven sleepten om het te bergen. Dit was noodzakelijk, omdat het een gevaar vormde voor de scheepvaart.

De kop ontbrak, aan de hand van de vinnen determineerde Vonk het dier als een dwergvinvis. Het kadaver is naar schatting zeven meter lang. De kop ontbreekt grotendeels. Vonk belde Ecomare of daar belangstelling was voor het skelet, maar dat was niet het geval. Bioloog Pierre Bonnet: "Een dwergvinvis zonder kop, die mag naar de destructie." Conform het walvisprotocol regelt Rijkswaterstaat de verdere berging en het afvoeren van het gevaarte. De dwergvinvis is de kleinste baleinwalvis in de Noordzee. In het noordelijk deel van de Noordzee wordt deze soort regelmatig gezien. De dwergvinvis was vermoedelijk aangevaren door een schip; hij had een gebroken rug.