De mogelijke BTW-plicht voor de Waddenveren is nog niet van de baan.
De mogelijke BTW-plicht voor de Waddenveren is nog niet van de baan. Foto: Jeroen van Hattum

Uitstel BTW boot is nog zeker geen afstel

Uitstel betekent soms afstel, maar dat is in de BTW-kwestie rond de Waddenveren nog allerminst gezegd. De staatssecretaris van Financiën kan niet zomaar om de Europese regelgeving heen en vervolgens iets creatiefs voor de Waddeneilanden bedenken.

Menno Snel, sinds twee weken de nieuwe staatssecretaris op Financiën, was er maandag in de Tweede Kamer duidelijk over. De BTW-heffing die op last van Europa geheven moet worden, is een heffing waar de lidstaten van de Europese Unie individueel weinig over te zeggen hebben. De nieuwe staatssecretaris voelde er weinig voor om uit eigen beweging wat creatiefs voor de Waddeneilanden te gaan bedenken. "We zijn echt ver van huis als alle 28 landen op landsniveau creatief een eigen uitleg geven aan de Europese richtlijnen. Als wij in Europees verband afspreken dat wij het verlaagde tarief van zes procent kunnen toepassen voor het openbaar vervoer, dan moeten wij dat doen. Dus ik vind het terecht dat wij ons daaraan houden."

Dat het, zoals het er nu naar uitziet, tot een jaar uitstel is gekomen, is te danken aan de Tweede Kamer die staatssecretaris Snel maandag opdroeg om de BTW-plicht voor de Waddenveren uit te stellen, zodat er tijd is om te onderzoeken of er mogelijk een uitzonderingspositie voor de Waddeneilanden gevonden kan worden.

Achter de schermen wordt vanuit TESO en de gemeente, met name door de burgemeester, met belanghebbenden van het ministerie van Financiën en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de kwestie gesproken. "Het betreft een complex dossier, waarbij de spelregels in vergaande mate door Brussel bepaald lijken te worden", aldus TESO-directeur Cees de Waal.

Hij zegt zich gesteund te voelen door de Tweede Kamer. "Indien het nu tot een jaar uitstel komt, is dat voor ons en onze reizigers een eerste stap in de goede richting, maar ‎we zullen niet te vroeg juichen, want zoals ook blijkt uit de reactie van de staatssecretaris is er nog geen houdbare oplossing in beeld."

Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) vond dat de staatssecretaris een Europees probleem bij de Waddeneilanden over de schutting aan het gooien was. Renske Leijten (SP) vond het flauwekul om het gebied van veerdiensten naar de Waddeneilanden van een Europese interne markt te spreken. Volgens haar komt er nu gewoon een belastingmaatregel op het bordje van de bewoners en toeristen te liggen.

Staatssecretaris Snel merkte aan het begin van het debat nog op dat het aan de veerdiensten zelf is of ze bij invoering van de BTW-plicht de 21 procent BTW voor eigen rekening pakken of dat ze het via een heffing van 6 procent op het bootkaartje gaan verrekenen. Later gaf hij aan dat het wel voor de hand ligt dat de BTW via het bootkaartje wordt verrekend. De veerdiensten zijn nu nog niet BTW-plichtig.

De staatssecretaris gaf in een nadere toelichting aan dat zijn weerstand tegen iets creatiefs voortkomt uit de problemen die er momenteel bij de Belastingdienst zijn. "Daar zorgde een dergelijke creativiteit in het verleden voor de huidige problemen." Wat betreft de complexiteit van het dossier: er werd maandag in de Kamer weliswaar over uitstel gesproken, maar ook dat bleek vervolgens nog geen definitieve zekerheid te zijn. Het betekent dat de BTW-heffing en de mogelijke 6 procent verhoging van het bootkaartje nog zeker niet van tafel is.