Wat ik zeggen wou Yurt

Raadsleden konden niet op één lijn komen tegen de yurt in het Hogeberggebied en er is een motie van vastberadenheid aangenomen om een einde te maken aan de plaatsing van de yurt. Bij bespreking blijkt dat de raadsleden een totaal verkeerde voorstelling van zaken hebben en dat er ten onrechte op de man wordt gespeeld. Het is niet mijn gewoonte om te reageren, maar in dit geval maak ik een uitzondering, opdat de feiten kloppen waarop een ieder zijn mening baseert.

De yurt is namelijk geplaatst in nauw overleg en op aanwijzing van wethouder Kingma en twee behandelend ambtenaren, die net als de yurthouder in de veronderstelling verkeerden dat de yurt als kampeermiddel diende te worden aangemerkt en om die reden vergunningvrij kon worden geplaatst van 16 maart tot en met 31 oktober. Er was op dat moment bij de plaatsing geen enkel ruimtelijk bezwaar bij de gemeente aanwezig. De yurthouder heeft hierbij geen enkele ondersteuning van een advocaat of juridisch adviseur gehad!

Eerst na klachten van omwonenden over overlast – tot op heden niet aangetoond – heeft de raad op 20 maart 2016 een motie aangenomen waarin zij het college heeft opgeroepen om handhavend op te treden tegen de yurt, omdat van landschappelijke inpassing geen sprake zou zijn. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat de yurt is geplaatst op een perceel met een gemengde bedrijfs- en maatschappelijke bestemming, waar nu al op grond van het bestemmingsplan veel meer en hogere bedrijfsbebouwing kan worden gerealiseerd en vele malen intensiever gebruik is toegestaan. Zo mag bijvoorbeeld een houtzagerij of timmerfabriek worden gevestigd, of een auto-onderdelenfabriek of scheepsbouw- en reparatiebedrijf, een meubelfabriek of een bouw-/aanneembedrijf en zelfs een touringcarbedrijf!

In opdracht van de raad heeft het college echter zonder enige afweging van deze concrete feiten en omstandigheden en zonder enige afweging van de belangen van de yurthouder en diens gerechtvaardigde vertrouwen na de intensieve bemoeienissen van de wethouder en behandelend ambtenaren bij de correcte plaatsing van zijn yurt, een hardvochtig handhavingstraject in gang gezet. Hierdoor zag de yurthouder zich nadien genoodzaakt juridisch advies in te winnen. De yurthouder heeft echter altijd de dialoog gezocht, maar op geen enkel moment is er een objectieve afweging geweest van ook zijn belangen. Iedereen vond kennelijk ineens dat Barbertje moest hangen!

Het is goed dat de gemeenteraad vastberaden is, dat kan alleen maar worden toegejuicht, maar dan graag wel met inachtneming van alle correcte feiten en omstandigheden en zonder op de man te spelen.

Xandra Wentink-Quelle, Frantzen Advocaten