TESO onderzoekt hoe nadeel van BTW zoveel mogelijk te beperken
De antwoorden van oud-staatssecretaris Wiebes van Financiën op Kamervragen (onder meer van CDA'ers Van Helvert en De Vries) bevatten voor TESO geen nieuws: om een inbreukprocedure van de Europese Commissie af te wenden dient het Rijk 21% btw in rekening te gaan brengen op de kosten van aanschaf en onderhoud van Waddenveerboten.
Indien het parlement voor het eind van dit jaar de voorgestelde wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 goedkeurt, is de consequentie daarvan dat de kosten van aanschaf, reparatie en onderhoud van Waddenveerboten met ingang van 2018 toenemen. Die extra kosten zullen door de veerdiensten noodgedwongen moeten worden doorbelast aan de reizigers. Dit kan kort gesteld direct (door de tarieven te verhogen) of indirect (door het invoeren van 6% btw voor personenvervoer en 21% voor zakelijk vervoer).
TESO onderzoekt momenteel hoe het de per saldo nadelige financiële impact van de voorgenomen belastingwijzigingen zo beperkt mogelijk kan houden voor haar reizigers. Daarbij worden de gevolgen van de Miljoenennota en de te verwachten effecten van het regeerakkoord voor de te hanteren tarieven (in- en exclusief btw op het bootticket) integraal doorgerekend in het lange termijn financieel plan, meldt directeur Cees de Waal.
Indien het parlement besluit om de voorgestelde wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 goed te keuren, zal deze door TESO uitgevoerde analyse de basis vormen voor de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de toekomstige ontwikkeling van de prijs van de bootkaartjes voor particuliere en zakelijke gebruikers.