Gracht ringburgwal gevonden

De brede gracht van de vroegmiddeleeuwse ringwalburg is inmiddels aan de noordzijde van het onderzoeksgebied aangesneden en gebleken is dat er helemaal geen huizen of andere gebouwen langs 't Raaksje stonden in de late Middeleeuwen. Dat zijn de opvallendste resultaten die deze week naar voren zijn gekomen bij de opgravingen op de Groeneplaats in Den Burg.

Verwacht werd dat vanaf deze laatmiddeleeuwse periode huizen stonden aan 't Raaksje, waarvan mogelijk nog de resten in de bodem bewaard waren gebleven. In ieder geval tot aan de laat 18de eeuw liep de westelijke begrenzing van het terrein van het St. Agnietenklooster tot aan de Groeneplaats. Dit klooster werd na de reformatie in de 16de eeuw opgeheven, waarna men het terrein en gebouwen in gebruik nam als weeshuis. Uit het archeologisch onderzoek is gebleken dat de eerste huizen langs 't Raaksje pas in de 19de eeuw werden gebouwd. Van deze huizen zijn funderingen, kelders en afvalkuilen teruggevonden, waaruit soms ruime hoeveelheden vondsten tevoorschijn kwamen.

Uit het onderzoek is verder gebleken dat oriëntaties en erfgrenzen honderden jaren en misschien wel langer, intact zijn gebleven. Zo was onder de uitgebroken resten van de kloostermuur een 2,5 m brede droge gracht aanwezig, die exact dezelfde lijn volgt. Waarschijnlijk gaat het om de eerste uitleg van het kloosterterrein in de Late Middeleeuwen. In de bovenkant van andere oudere greppels werden grote keien gevonden die mogelijk hebben gefungeerd als kavel of erfgrenssteen en die konden worden gebruikt als een soort verklikker tijdens het ophogen van het terrein. Naast de resten van bewoning langs 't Raaksje en overblijfselen die samenhangen met het klooster zijn ook nog sporen van gebruik uit de prehistorie gevonden. Het gaat om meerdere akkerlagen en cirkelvormige greppels. In deze greppels werden grote stenen en resten van handgevormde potten begraven. Deze vondsten dateren uit de Late IJzertijd (250 v. Chr – 12. V. Chr.) Het begraven van dergelijke objecten kan worden gezien als religieus rituele handelingen.

De brede gracht van de vroegmiddeleeuwse ringwalburg is inmiddels aan de noordzijde van het onderzoeksgebied aangesneden. In de aankomende dagen zal deze gracht grondig worden onderzocht, omdat de exacte datering van de bouw van de ringwal nog steeds niet zeker is. Naast met behulp van dateerbare vondsten, zoals aardewerk, zal ook op andere manieren worden geprobeerd om erachter te komen wanneer de ringwalburg werd aangelegd.

Op dinsdag 31 oktober tussen 15:30 uur en 17:30 uur vindt er een tweede openstelling plaats voor de opgravingen.