Han Keijser, Ada de Wolf en Henk Plaatsman vertellen
Han Keijser, Ada de Wolf en Henk Plaatsman vertellen "Herinneringe on De Wéél". Foto rechtsonder: Gerrit Terwindt zingt liedjes op sien Tessels. Foto: Gerard Timmerman

De Wéél niet hillegaar de leste

"Het is Wéélders en gien Wilders". Het zou zo maar tot misverstanden kunnen leiden voor wie Tessels dialect niet zo goed beheerst. Goed dat er dan mensen als Gerard Kuip zijn die dat misverstand uit de wereld helpen.

"Gerard Kuup is er ien fon Klaas Kuup fon Sint Isodorus en Agatha Hopman", introduceerde Ina Schrama deze kenner van het Tessels dialect zaterdag op "Echt op sien Tessels" in De Wielewaal. Zoals ze bij "Fon wie bei jee d'r ientje" de herkomst vertelde van het "zeuventiental Tesselaars" die verhalen vertelden, voordrachten deden, liedjes zongen en dichtten bij deze editie: "Lest best on De Wéél". Nu elke dorp was aangedaan zou het immers de laatste editie worden van "deuze uutfoêring". Dat besluit staat inmiddels op losse schroeven. "We kenne nag niet stoppen, de eersten hebben zich alweer opgeve voor de volgende uitfoêring", grapte Kuip. Presentator Ina Schrama vertelde dat de organisatie nadenkt over een vervolg. Aan gebrek aan verhalen zal het niet liggen: Elly Heerschap: "Ik heb er nag wel ien."

Ook aan belangstelling geen gebrek, het dorpshuis zat 's middags en 's avonds vol en luisterde ademloos. Naar de vertelsels van Kuip, en ook het "Familieferhaal over de oorlog" van Ria Brans-Bakker. Hoe vader met de mobilisatie werd opgeroepen, maar levend en wel "weerom kwam". Hoe de boerderij die in de vliegroute van bommenwerpers lag een voltreffer kreeg van een brandbom, maar als door een "Godswonder" bleef gespaard. Jaren later vloog de boel alsnog in de hens. "Maar we kwamen er allegaar levend uut en ook de bééste".

Elly Heerschap verhaalde onder meer over haar Bertus, die in zijn jeugd zo hard op de 1500 meter liep, dat zijn record nooit officieel uit de boeken is gelopen. Dat hij als voetballer nadien alleen maar in doel stond heeft Elly nadien "nooit snapt". Ook vertelde ze hoe haar moeder haar als meisje "allienig naar opoe in Delft" op de trein zette. "Wat is de tied toch aars worre. Teugewoordig durf je je kiend niet iens allienig naar Den Helder te laten gaan".

De gebroeders Jan en Richard Eelman etaleerden hun acteertalent in de hilarische sketches "Boertjes fon de Mient", die naar de grote stad gingen, en "Op de bus". Irene Zegers-Broekman bracht in "Trug na De Wéél" herinneringen van vroeger in Texelse kleinste dorp weer tot leven. De puntenslieper van Juf Bekenkamp (de onderwijzers op de plaatselijke school die in meer verhalen opdook) peertjes stelen waar je "pien in je buuk van overhield" en andere anekdotes.

Een hoog "langs het tuinpad van mijn vader"-gehalte ook in de verhalen en anekdotes die Han Keijser, Ada de Wolf en Henk Plaatsman aan de koffietafel de revue lieten passeren. Ada: "We zijn alledrie dik in de zeuventig en hebben heel wat meemaakt."

Terugkerende gast is Aart van den Brink. De Texels-Amsterdamse troubadour veroverde met drie zelfgeschreven Tesselse liedjes de harten van menig luisteraar. Eentje over de schipbreuk van de TX49 in 1938, waarbij de kotter omsloeg en op wonderbaarlijke wijze weer rechtop kwam. In een ander liedje vroeg hij zich af of woorden als "alteratie" wel echt Tessels waren. "An wie moet je het frage?" Wil van Heerwaarden-Huisman vertelde over haar belevenissen als "huushouwster bij de oomes in Barrege". En Hillie Keijzer-Vlas kroop in "Rondje De Wéél" in de huid van haar man Willem. Gerrit Terwindt zong en speelde mooie zelf geschreven liedjes. De uitsmijter was voor de zussen Ans en Sonja Kuip, die "in 't Otootje fon Moeder" vertelden over de wonderbaarlijke "koppeltjeduuk" die hun moeder maakte met haar Fiat 500.

Afbeelding