Jan Wolkers bij het Grote Gele Doek, geïnspireerd op de tulpenboom in zijn tuin aan de Rozendijk. Het was het laatste grote schilderij dat hij voor zijn dood maakte.
Jan Wolkers bij het Grote Gele Doek, geïnspireerd op de tulpenboom in zijn tuin aan de Rozendijk. Het was het laatste grote schilderij dat hij voor zijn dood maakte. Foto: Theo Timmer

Een leven lang verliefd op Texel

Jan Wolkers bemoeide zich het liefst niet met eilandzaken sinds hij op Texel woonde. Dat was althans het heersende beeld. Intussen was hij - op afstand - toch behoorlijk betrokken bij de eilandgemeenschap waar hij en zijn familie sinds 1980 deel van uitmaakten.

Jan Wolkers die zo nu en dan gesigneerde boeken beschikbaar stelde voor bazaars op de Thijsseschool waar zijn kinderen Bob en Tom les kregen, Jan Wolkers die een kraam met kinderpostzegels bij Albert Heijn in Den Burg opende, een wielerwedstrijd startte met het voorlezen van een verhaal en geregeld bij Het Open Boek in Den Burg te gast was om boeken te signeren.

Het is zomaar een bloemlezing van de dingen die de deze week tien jaar geleden overleden schrijver, kunstenaar en schilder in de loop der jaren voor Texel deed. Maar het liefst leidde hij een anoniem leven op het eiland waar hij als kind al van hield na het zien van plaatjes in de Verkade-albums van Jac. P. Thijsse.

De familie Wolkers kreeg van Texel de ruimte voor een leven in anonimiteit en daar was Jan Wolkers de Texelaars dankbaar voor. Niet zelden prees hij in interviews Texel voor het feit dat hij er bijvoorbeeld rustig zijn boodschappen kon doen zonder aangestaard te worden. Texelaars vallen niet ondersteboven van 'een bekende Nederlander' en die mentaliteit beviel hem. Uiteraard stopte er wel eens een Jan Plezier met toeristen aan de Rozendijk om "te laten zien waar Jan Wolkers woonde", maar dat kon hij dan nog wel hebben.

De liefde van Jan Wolkers voor Texel begon al in de jaren dertig toen hij 8 dan wel 9 jaar oud was en de plaatjes van de natuur op het eiland zag. Toch duurde het frappant genoeg tot halverwege de jaren zestig voordat hij voor het eerst daadwerkelijk op Texel was. In het boek 'De Tarzan van de schapen' dat biograaf Onno Blom in 2013 publiceerde, is te lezen dat Wolkers op 9 mei 1966 voor het eerst op het eiland was om zoon Jeroen naar een schoolkamp bij De Bremakker te brengen. Texel is die dag voor hem een schok van herkenning.

Wolkers start wielerwedstrijd met voorlezen van een verhaal voor de wachtende renners

In 1969 krijgt de verbinding tussen Wolkers en Texel vastere vormen, nadat hij op vrijdag 2 mei een lezing heeft gegeven in De Lindeboom in Den Burg. Dat is op uitnodiging van het atheneum en de boekhandel van Langeveld & de Rooy. De volgende dag rijden Jan en Karina over het eiland en komen ze uit bij mevrouw Boon-Verberg aan de Vuurtorenweg in De Cocksdorp. Ze huren meteen vakantiehuisje De Krukel waar ze vervolgens jarenlang in mei en later ook september verblijven. Voor Wolkers is het de ideale plek om in alle rust zijn romans af te kunnen maken.

In Texelse Couranten uit die tijd is zijn liefde voor de natuur ook al terug te lezen. Zo is Wolkers in 1975 oprecht ontroerd als hij bij Ecomare (toen nog het Natuurrecreatiecentrum) een pasgeboren pup van de zeehond Karina in zijn armen mag sluiten. Die zeehond ontdekte hij in 1971 moederziel alleen op het strand tijdens zijn verblijf op Rottummerplaat, waarna Wolkers ervoor zorgde dat zeehond Karina in de opvang kwam. De pup, die de naam Eva krijgt, is de eerste die geboren wordt in de bassins die in 1974 op de huidige locatie van Ecomare werden gebouwd. Ze wordt liefdevol met drie handen zeewater gedoopt.

In 1980 kopen Jan en Karina de voormalige burgemeesterswoning van Sprenger aan de Rozendijk en vestigen zich definitief op Texel. Het huis krijgt de naam Pomona, oftewel de godin van de boomvruchten. Een jaar later wordt de tweeling Bob en Tom geboren, waarna het gezinsleven van Jan, Karina en hun kinderen aan de Rozendijk gestalte krijgt. Opmerkelijk: in de Texelse Courant van 31 maart 1981 is een behoorlijk openhartig interview met Wolkers te lezen over de geboorte van de tweeling. Daarna is het gezinsleven van de familie Wolkers over het algemeen privé, zoals gezinslevens privé horen te zijn. De kinderen komen nog wel naar voren bij bijvoorbeeld Ouwe Sunderklaas. Zo is in de Texelse Courant van 13 december 1988 te lezen dat de weigering van de P.C. Hooftprijs door Wolkers een dankbaar onderwerp is om te speulen. "Wolkers zonen Bob en Tom deden ook mee. Zij hebben het over P.C. Hooftpijn." Ook in andere jaren is Wolkers net als menig ander eilandgenoot de klos met Ouwe Sunderklaas. Thuis aan de Rozendijk legt Wolkers zich vooral toe op de beeldende kunst en het schilderen. Het schrijven gaat meer naar de achtergrond.

Op zaterdag 11 mei 1991 geeft Wolkers, zelf ooit een fervent wielrenner, het startsein voor een wielerwedstrijd op Texel. Hij doet dat op toepasselijke wijze door een eigen verhaal voor te lezen aan de deelnemers. Winnaar Rob Wassenburg krijgt na afloop persoonlijk de trui overhandigd. In 1993 geeft Wolkers bij wijze van uitzondering een lezing in de bibliotheek aan de Drijverstraat in Den Burg. Daar vertelt hij blij te zijn met het anonieme leven dat hij op Texel kan leiden. Hij vertelt zich wel druk te maken over toenemende drukte op de fietspaden en de rommel die soms wordt achtergelaten. Maar, zo zegt hij die avond, tussen een hoop colablikjes in de berm zag hij tot zijn vreugde zeven bijzondere zwammen groeien.

Aan de andere kant houdt Wolkers ook geregeld de boot af. Zo krijgt hij in het najaar van 1981 een uitnodiging van Comedia de la Nioz (het theatergezelschap van het NIOZ) om mee te doen aan het toneelstuk "Wegens sterfgeval gesloten" dat hij zelf heeft geschreven. Wolkers had ooit gezegd dat het stuk alleen mocht worden opgevoerd als hij de rol van aap zou krijgen en dat aanbod doen ze hem bij het NIOZ graag. Wolkers bedankt toch vriendelijk voor de eer. In 1984 heeft hij een uitnodiging om mee te doen aan de Hoornder theaterdag, maar daar ziet hij kort van tevoren vanaf.

In 1996 is Wolkers betrokken bij een actie van de Texelse politieagenten Nico Drenth en Aad Blom om mountainbikes voor de Israelische politie te regelen. Wolkers sponsort vanwege zijn betrokkenheid met het Joodse volk graag één van de fietsen. In 2000 ontwerpt hij de T-shirts voor de leerlingen van de OSG die meedoen aan de Jan Knippenberg Memorial, de tweejaarlijkse hardloopwedstrijd van Hoek van Holland naar Den Helder.

Op 24 maart 2006 wordt Wolkers, als hij tachtig wordt, benoemd tot ereburger vanwege de vele aandacht die hij voor Texel heeft weten los te maken. De gemeente pakt de uitreiking omzichtig aan, omdat Wolkers in het verleden nog wel eens een onderscheiding weigerde (zoals de P.C. Hooftprijs en de Constantijn Huygensprijs). Een eerbetoon van Texel wordt geheel anders opgevat; Wolkers aanvaardt in dank het ereburgerschap.

Het levert hem een plaatsje op in het College van Ereburgers waar ereburgers Harry de Graaf en Cees de Jager in die tijd ook deel van uitmaken. Het betekent voor Wolkers indirect toch betrokkenheid met eilandzaken waar hij zich liever bewust verre van hield. Zo dienen de ereburgers in 2007 een plan in voor de herinrichting van de Groeneplaats. Opmerkelijk: de bijdrage van Wolkers in het plan is een pleidooi voor de terugkeer van een muziektent in de Wezentuin. Het is één van de weinige zaken die in het centrum worden gerealiseerd.

Hoewel Wolkers zich sinds zijn vestiging op Texel in 1980 vooral op het maken van kunstwerken toelegde, is de erfenis daarvan op het eiland relatief klein. Hij stelt wel eens wat beschikbaar voor een veiling op het eiland en in 1987 hangt hij tien kunstwerken in het Tesselhuus in De Koog. Pas in 1995 komt het tot een eerste opdracht voor Wolkers om iets voor Texel te maken. Dat is het Thijssemonument dat in 2003 in de eendenvijver aan de Elemert wordt onthuld. In 1998 wordt er een kunstwerk van Wolkers geplaatst bij Ceres ('Tot hiertoe en niet verder'), maar dat wordt in de nacht van donderdag 19 op vrijdag 20 september 2002 volledig aan gruzelementen geslagen. In maart 2002 is het glazen monument ook al onderhevig aan vernielingen. Er klinken meermalen geluiden het monument te herbouwen, maar in de praktijk komt daar niets van. Het betekent dat het Thijssemonument het enige openbare kunstwerk van Wolkers op Texel is.

Raadslid Hans Roeper komt in december 2000 tijdens een raadsvergadering met het idee op Texel een museum aan Jan Wolkers te wijden, maar ook dat blijft bij een idee. Het komt in 2002 wel tot de presentatie van een boek met een overzicht van zijn kunstwerken. De presentatie daarvan is op Texel. Het eerste exemplaar wordt overhandigd door Alexander Pechtold, dan nog kunsthistoricus en wethouder in Leiden.

Wie op Texel op zoek gaat naar een Jan Wolkersstraat of een Jan Wolkersplein kan vooralsnog lang zoeken. Het is er allemaal nog niet. De vraag is in hoeverre Wolkers dergelijke vormen van eerbetoon gewild zou hebben. De grootste waardering die hij bij leven en welzijn van Texel kreeg, was de rust en de ruimte om er in anonimiteit te wonen. Hij was geen publiek bezit, maar kon op het eiland gewoon zichzelf zijn. En nog misschien nog belangrijker: hij mocht er dagelijks genieten van de natuur waar hij als kind slechts van kon dromen.

Jeroen van Hattum

Wolkers was regelmatig bij Het Open Boek in Den Burg, zoals hier op 27 mei 2006.