Afbeelding
Foto: Ed Witte

Warenmarkt

Begin augustus 2017. Een medewerker van het gemeentehuis gaat met een schets naar de maandagochtendmarkt op de Groeneplaats. Het wordt geen leuke ochtend, want de betreffende medewerker mag als eerste vertellen dat in verband met archeologisch onderzoek en nieuwbouw vanaf oktober de beschikbare ruimte op de Groeneplaats kleiner wordt. De reacties zijn weinig enthousiast en de schets met daarop een nieuwe indeling wordt afgebrand. Maar dat is ingecalculeerd. Terug op het gemeentehuis wordt de medewerker opgekalefaterd met extra koek bij de koffie en een schouderklop van de burgemeester.

Een week later is de betreffende medewerker opnieuw op de markt. Wederom niet de leukste ochtend, maar op de markt zijn ze ook de beroerdste niet, dus er is de afgelopen week nagedacht en meegedacht over de schets. Als het nou eens zus en het als nou eens zo, klinkt het al snel bij de marktkramen.

De betreffende medewerker maakt op basis van alle adviezen zo goed en zo kwaad als het kan een nieuwe tekening en nu kantelt de wereld. Daar kunnen ze op de markt wel mee uit de voeten. Het blijft vervelend dat er ruimte ingeleverd moet worden, maar met een beetje inschikken is het op zich te doen. Een paar mensen blijven ontstemd, maar de meesten vinden het prettig dat ze in ieder geval de gelegenheid hebben gehad om mee te denken en dat er over en weer naar elkaar is geluisterd.

Een fictief scenario? Nu wel. De marktkooplui op de Groeneplaats stonden afgelopen maandag in lichterlaaie nadat ze vrijdag een brief van de gemeente hadden gekregen waarin stond dat er maandag 9 oktober een nieuwe indeling van de markt is. Veel kans om mee te denken was er niet bepaald. Mijns inziens is hier in ieder geval één essentieel punt gemist: er zal in eerste instantie altijd weerstand tegen een verandering zijn en daarna wordt in redelijkheid bekeken wat er mogelijk is. Dat moment van weerstand is hier in een vroegtijdig stadium niet geweest en dan krijg je boosheid op het einde van de rit als er niet veel ruimte meer is om naar elkaar toe te bewegen. Het had wellicht anders gekund...

Jeroen van Hattum