Medewerkers van Archeologie West-Friesland bezig op de Groeneplaats.
Medewerkers van Archeologie West-Friesland bezig op de Groeneplaats. Foto: Jeroen van Hattum

Hoop gericht op

vinden ringburgwal

Behoedzaam wordt er met scheppen, bezems en borstels over en door de openliggende grond op de Groeneplaats in Den Burg gegaan. De komende weken moeten daar diverse bodemschatten uit het verleden aan het daglicht komen.

Medewerkers van Archeologie West-Friesland uit Hoorn hebben sinds de start van de opgravingen, ruim een week geleden, inmiddels diverse restanten teruggevonden. Archeoloog Michiel Bartels liet woensdag tijdens een rondleiding zien dat er meerdere oude waterputten boven de grond zijn gekomen, evenals een vermoedelijk 150 jaar oude waterkelder bij de restanten van één van een huis dat vroeger op 't Raaksje heeft gestaan. Dat was de huizenrij die halverwege de jaren zestig ondanks groot protest werd gesloopt voor de bouw van het gemeentehuis aan de Groeneplaats.

De opgravingen vinden plaats op de hoek van de Groeneplaats en de Parkstraat waar vroeger de bodewoning heeft gestaan overlopend naar het deel van de Groeneplaats waar normaliter overheen wordt gelopen. Op dat gedeelte, afgebakend met fluorescerende verf op het plein, zijn niet eerder archeologische opgravingen gedaan. Meer naar achteren in de Wezentuin zijn al meerdere archeologische onderzoeken geweest.

Het huidige onderzoek gaat vooraf aan de nieuwbouw die in het centrum moet komen en van de Groeneplaats en de Vismarkt weer twee afzonderlijke pleinen moet maken. Voordat de bebouwing komt, pakt de gemeente de gelegenheid te kijken wat er in de grond zit.

De hoop is volgens archeoloog Bartels vooral gevestigd op het terugvinden van de oude ringburgwal die vroeger in het centrum van Den Burg lag. Dat was een voorloper van een burcht. Bartels liet tijdens de rondleiding zien dat Den Burg in de negende eeuw na Christus het enige dorp aan de Nederlandse kust was met een ringburgwal. Vermoedelijk zaten daar toen een aantal Friese stamhoofden die met behulp van de ringburgwal de controle over het water en daarmee de handel hadden. Vermoedelijk verbleven er zo'n 100 tot 200 mensen in de ringburgwal. Texel was toen nog onderdeel van de vastewal, het werd pas een eiland rond 1170 toen de Allerheiligenvloed door de duinen brak. De ringburgwal werd rond 650 na Christus aangelegd. In de dertiende eeuw volgde een uitbreiding van de ring met de huidige Warmoesstraat, Gravenstraat en de Weverstraat.

Tot nu toe is tot ongeveer twee meter diep onder het maaiveld gegraven. Volgens Bartels kan er echter gegraven worden tot zo diep als het nodig is. De gemeente heeft de archeologen opdracht gegeven om de bodem vrij van restanten op te leveren. Dat betekent dat alle bodemvondsten worden nagetekend en vastgelegd. Ze worden geregistreerd met behulp van de code 'Tex-451' en een volgnummer. Vervolgens gaan ze naar het provinciaal depot voor archeologie in Castricum waar zich meer dan twee miljoen bodemvondsten uit Noord-Holland bevinden.

De opgravingen nemen nog een paar weken in beslag. Bedoeling is dat er volgende week een keer een kijkavond komt waarbij belangstellenden de opgravingen van dichtbij kunnen zien. Zaterdag 4 november wordt in dorpshuis De Wielewaal in De Waal een Texelse archeologiedag gehouden waarbij de bodemvondsten eveneens centraal staan.