Afbeelding
Foto: Job Schepers

@TXL

Hoe nu verder met de probleemjongeren?

Afgelopen najaar deed de GGD een onderzoek onder Texelse jongeren. Van de resultaten zijn veel mensen geschrokken: 24,5 procent van de Texelse jongeren heeft weleens aan zelfmoord gedacht, één op de twintig heeft afgelopen jaar daadwerkelijk een poging gedaan en 57 procent voelt zich eenzaam. Op het gebied van alcohol is het niet veel beter. Jongeren drinken 12,5 procent meer dan aan de overkant, en zijn met zeven procent meer dronken dan de jongeren aan de overkant. Een andere uitkomst was dat Texelse jongeren allesbehalve graag naar school gaan; driekwart vindt de sfeer op school niet goed.

Als ik het over probleemjongeren heb, dan bedoel ik overigens niet de jongeren die problemen veroorzaken, maar met problemen kampen. Die problemen gaan ons allemaal aan, en ik nu een paar suggesties doen om ze op te lossen.

Ik ervaar zelf op de OSG dat door de vele veranderingen de sfeer onder druk staat. Maar als voorzitter van de leerlingenraad weet ik dat er alles aan wordt gedaan om leerlingen te helpen zich prettig te voelen. Voorbeeld hiervan is dat vorig jaar, nadat uit honderden onderzoeken bleek dat het puberbrein op het gebied van slaap anders werkt dan dat van volwassenen, besloten is de school een uur later te laten beginnen. Met de bedoeling dat scholieren zich daardoor prettiger op school zouden voelen. Mij bevalt het heel erg goed.

Wat alcohol betreft lijkt het mij niet zo heel erg als jongeren een keer een biertje drinken. Wat mij wel een probleem lijkt: 30 procent van de jongeren doet aan bingedrinken. Dit houdt in dat ze meer dan vijf glazen drinken. Volgens mij is het zo dat veel jongeren beginnen met drinken omdat ze willen experimenteren, en als ze eenmaal de effecten hebben ervaren, ze het blijven doen omdat ze er minder onzeker van worden. Ze stappen bijvoorbeeld makkelijker op iemand af als ze wat op hebben. In De Koog heb je een bandjessysteem, waardoor jongeren niet aan alcohol kunnen komen. Maar iedereen weet dat dit niet werkt.

Voor jongeren met emotionele problemen is het belangrijk dat ze de weg naar de hulpverlening weten te vinden. Het lijkt me daarom goed als deze hulpverleners hun gezicht laten zien. Bijvoorbeeld in het klaslokaal tijdens voorlichting. Blijkbaar vinden zij vaak nog niet de weg naar de instanties die er zijn om de jongeren te helpen. Daarmee wordt het makkelijker om hulp te vragen.

Hoeveel wij als samenleving ook voor jongeren met problemen willen doen, het moet thuis beginnen. Dat betekent dat ouders niet moeten denken dat ze de opvoeding aan de school kunnen overlaten. Deze mentaliteitsverandering moet het begin zijn.

Elias Marseille