Kijken en keuren op de Texelse Schapenfokdag op de Groeneplaats.
Kijken en keuren op de Texelse Schapenfokdag op de Groeneplaats. Foto: Gerrit Verhoeven

Schapenfokdag: jaarlijks weerzien

"Een hele beste keuring", vertelt Jurjen Zomerman. De schapenfokker en - houder uit het Groninger Appingedam is al om vijf uur uit de veren gegaan, om op tijd op de Groeneplaats te zijn. "Dan is het nog lekker rustig en heb je alle tijd en ruimte om de dieren op je gemak te kunnen bekijken."

De liefhebber die ook beroepsmatig fokt, zit met hobbyfokker Olaf Uiniken uit Borne in Overijssel gezellig te keuvelen op een hek op de Groeneplaats. Jurjen: "Ik fok al vijftig jaar en kom al heel lang naar de Texelse keuring. Texelaars komen per slot van rekening hier vandaan, al zijn ze inmiddels over het hele land verspreid en staan ook elders hele beste dieren. Maar hier op Texel komt alles bij elkaar. Het is een soort reünie, waar je collega's uit het hele land ontmoet." En inderdaad, het wemelt van de fokkers uit alle windstreken. Niet alleen uit Nederland, ook uit België en Duitsland zijn ze hier neergestreken. Op deze maandag, maar velen waren er al van het weekend om een kijkje te nemen bij de fokkers zelf. "Thuis in het land komen ze nog net even beter tot hun recht dan hier in de hokken", vertelt Derk van Arkel uit het dorp Zeeland in Brabant. Samen met Theo van Deijne uit Beusichem keurt hij maandag de dieren op de Groeneplaats. Hij is ook zelf schapenfokker en al een dag eerder naar Texel gekomen om bij fokkers een kijkje te nemen.

Over de kwaliteit van de dieren zijn beide witgejaste heren, die deel uitmaken van de achtkoppige jury, goed te spreken. Gevraagd naar een algemeen oordeel over de dieren die ze hebben gezien. "Complete dieren. Goed bespierd, een mooi kop erop, veel ruimte, lengte en breedte en diepte. Mooie, gelijkmatige dieren. Natuurlijk zijn er onderlinge verschillen en uitschieters, maar dat hoort erbij. Gelukkig ook jonge fokkers, want het vak is toch aan vergrijzing onderhevig. Ze redden het nu nog niet, maar komen wel in de buurt." Zoals tussen de ooien die ze nu aan het keuren zijn. Wijzend naar de ooi in het ene hok. "Prima kop, oren en staart, heel veel bespiering, ruimte in de voorhand, wat er op duidt dat er voldoende plaats is voor hart en longen. En er zit kracht in de benen, wat betekent dat er nog groei in zit."

Ze keuren op nummers, dus weten niet van welke fokker de schapen zijn. "We letten op de grootte van de dieren, de diepte, of ze een sprekende kop hebben, de sterkte van de poten en veel bespiering. Belangrijk, want de Texelaar is het best bespierde schapenras ter wereld."

Jongste fokker is Kees Hin, zoon van Eduard. Hij is voor het eerst present met een drietal anderhalf jarige ooien. "Ik deed ook mee op de keuring in Opmeer en werd daar tweede, reservekampioen dus. En op de Landbouwdag een derde en vierde plaats." Voor een starter niet onverdienstelijk en ook vandaag dus spannend. Het vak is hem met de paplepel ingegoten. Hij is vernoemd naar zijn grootvader C.J. Hin, ook vermaard fokker. "Thuis hebben we achthonderd schapen voor de houderij. En mijn vader heeft samen met Jos Witte honderd stamboekschapen." Kees (17) treedt in de voetsporen van de het voorgeslacht. Hij volgt op het Clusius College een landbouwopleiding en wil ook boer worden. "Ik zie zeker een toekomst in de schapenhouderij. Bovendien: het is een mooi vak, je bent vaak lekker buiten bezig."

Schapenfokkers uit wijde omtrek vroeg uit de veren

Dan komt Cees Commandeur voorbij, begonnen op zijn veertiende, uitgegroeid tot een zeer succesvolle fokker en inmiddels 58 jaar in het vak. Heeft hij nog tips voor zijn jonge, startende collega? "Begin eenvoudig. Je bent afhankelijk van wie je de dieren koopt. Ontwikkel je eigen visie, zodat je aan de hand daarvan je eigen stal omhoog kunt brengen." Jonge Kees neemt de woorden ter harte. Heeft hij al een visie? "Mooie, lange dieren, met een mooie kop erop." De ooien waarmee hij van start is gegaan komen niet uit de minste stal. "Van Jaap Hin, mijn oom." Insiders weten dat Hin verder is gegaan met de stal van Piet Verberne uit Spang, nog zo'n grote naam uit de historie van schapenfokkers.

De sfeer is goed op de Groeneplaats, waar fokkers die elkaar na een jaar weer ontmoeten elkaar de hand schudden en een praatje maken. Misschien ook wel handel drijven. Zomerman: "Eigenlijk ben ik al voorzien, maar je weet het nooit."