Stijfheid…

De NRC ligt in de brievenbus, vrienden zijn ver weg in Spanje en hebben het handelsblad op mijn adres gezet. Leuk en verrassend lees ik de andere kijk op de wereld. Waar de Trouw vroeger een goed item was om over te praten met mijn vader, zou dit nu de NRC zijn geweest. Mijn vader sprong altijd op zijn fiets. Waar mijn moeder een soort handeling maakte met haar trapper en dan keurig op haar zadel steeg, daar maakte mijn vader een soort schaarbeweging, sprong op en kwam dus van achteraf op zijn zadel. Ik zat graag als klein meisje op de stang, dat had iets, een beetje met het kontje dwars, schrijlings, en wist je dat je je sterke vader achter je. Het voelde vertrouwd en veilig.

"Zijn senioren en jonge vaders gebaat bij fietsen zonder stang?", kopt de NRC. Volgens Veilig Verkeer Nederland en jongerenorganisatie Team Alert mag de herenfiets morgen uit het straatbeeld verdwijnen. Nou ben ik niet zo gauw van mijn fietsapropos, indertijd beklom ik met manlief de Alp d'Huez op een herenracefiets, en nog steeds zie ik vele blunders met aangelegde oversteekplaatsen voor fietsers, zodat ik me vaak in alle ernst afvraag of de mensen die het bedenken van VVN wel eens met een volgepakte fiets een dergelijk parcours hebben afgelegd. Maar goed, al gauw blijkt dat het in de op- en afstap zit, er komen meer mannen dan vrouwen gecrasht op de Eerste Hulppost. Zouden de mannen het verleren? Ook schijnt de vrouwelijke fiets zo zijn verbeterd in de stijfheid, dat de stangniet meer nodig is. Zweden doet ook een duit in het zakje. Daar hebben ze geconcludeerd dat als de mannen hoger zitten, ze sneller hoofdletsel hebben als ze vallen. Ze zijn al net zo schijterig als onze buren, die altijd getooid met helm over de weg schuifelen. Ik ben in mijn hele fietsbestaan nog nooit gecrasht en ik fiets veel.

Maar goed, eigengereidheid is vervelend, misschien hebben de volgende generaties het hupje van hun vader niet goed overgenomen, er verandert meer op het mannelijke vlak, dus als ik de oppas heb op een stel jonge apen, hou ik mijn ogen en oren goed open. Na een heerlijke middag op het strand, van zwemmen en forten bouwen willen ze patat eten in het bos. "Kom", roept de jongste knaap als hij de bak heeft verorberd. "Ik weet een bunker hier, dat is machtig om te bekijken." Hij springt op slippers op een houten handleuning die omhoog lijdt naar een uitkijkpost. "Mijn vader kan in één keer zo van de grond op deze houten rand springen", vertelt hij trots. En hij doet nog een poging ter demonstratie. Ik denk hoopvol aan het hupje. Dan schiet hij met zijn broer door de bramenstruiken een smal pad in naar beneden en vuurt mij en zusjelief aan om te volgen. In de verte zie ik ze springen op de betonnen bovenkant van wat ooit in de vuurlinie lag. "Kom oma, u kunt er ook in ", roept hij in zijn enthousiasme en duikt het gat in. Ik hijg en ik lach, ik ben nog geen oma maar wel stijf…. De mannen hebben sprongkracht genoeg voor de toekomst…..

Jozien