Akkerbouwer Giel Kuip (links) en loonwerker Jos Witte. Voor Kuip de 65ste graanoogst, Witte combined al veertig jaar voor hem.
Akkerbouwer Giel Kuip (links) en loonwerker Jos Witte. Voor Kuip de 65ste graanoogst, Witte combined al veertig jaar voor hem. Foto: Gerard Timmerman

Giel Kuip oogst voor de 65e keer het graan

Een gedenkwaardige graanoogst voor akkerbouwer Giel Kuip van hoeve De Boegert aan de Westerweg. Voor de 65e keer oogstte hij het graan. Bijzondere dag ook voor loonwerker Jos Witte, die voor het veertigste jaar achtereen bij Kuip de combine bestuurde.

Twee landbouwveteranen, Kuip 73 jaar en Witte 68 jaar, die een lang gezamenlijk verleden hebben. Voor Witte voelt het niet als werk, meer een jaarlijks uitje naar een klant met wie hij al heel lang een soort vriendschapsband koestert. Twee stugge volhouders, ogenschijnlijk even onvermoeibaar als onverslijtbaar. Terwijl Witte de laatste stroken gerst op een akker aan de Bakkenweg eraf rijdt, haast Kuip zich naar de boerderij om de trekker te halen. Zodat hij, als Witte de zes meter brede haspel heeft losgekoppeld en op een aanhanger gelost, deze naar het volgende perceel graan kan brengen. Er zijn weinig woorden voor nodig, ze werken al zo lang samen. Op deze zonnige en droge dag lukt het om de bijna twintig bunder graan die Kuip teelt te oogsten. Dat is maar goed ook, een dag later regent het.

Zelfbinder

Kuip vertelt hoe zijn vader Jan Kuip (van hoeve Sint Jozef) hem als jochie van negen jaar de trekker liet besturen, terwijl senior achterop de zelfbinder zat. "Daarmee maaiden we het graan, maakten er bossen van, die weer op hokken werden gezet. Die bleven een tijdje staan drogen. Daarna werd het graan geoogst met een dorsmachine, die hadden we zelf." De graanoogst was in die tijd een intensief karwei, waar veel manuren aan te pas kwam. Kuip is een man van cijfers. "Het oogsten gaat nu 40 keer zo snel als pakweg 55 jaar geleden", doelt hij op het verschil in arbeidsuren toen en nu. Witte stuurt de combine (een combinatie van zwadmaaier en dorsmachine) in stevig wandeltempo door het graan. Met een werkbreedte van zes meter wordt gemiddeld een hectare of twee graan per uur gemaaid, in de machine worden stro en korrel gescheiden en het graan gezeefd. Allemaal volautomatisch, zoals ook het vocht wordt gemeten (14,4 procent), het gewicht (675 gram/liter), de opbrengst per hectare (gemiddeld een ton of zes, vijftien procent beneden het gemiddelde, een gevolg van de droogte) en ook het korrelverlies wordt gemeten.

Naast graan teelt Kuip ook suikerbieten, dankzij de landbouwmechanisatie twee tamelijk extensieve gewassen. "Een groot deel van het werk besteed ik uit. Op deze manier kan ik het bedrijf nog prima runnen." Echtgenote Tiny: "Sterker nog, hij kan het niet missen." Haar man grijnst: "Niks doen is de pest." De pootaardappels en bollen, twee intensieve teelten, zijn al jaren aan de kant. Tientallen jaren geleden maakten ze de overstap naar de biologische teelt van narcissen. Tiny komt uit de verpleging en weet wat voor ellende bestrijdingsmiddelen kunnen aanrichten. "Wat slecht is voor een beest kan nooit goed zijn voor een mens." Giel legt uit hoe hij, door het plantgoed diep in te ploegen, dankzij de lagere temperatuur van de grond lange tijd vrij bleef van het gevreesde bolrot. Over de oorzaak dat de schimmelziekte op zeker moment weer de kop opstak heeft hij wel theorie: opwarming van de aarde. "Daardoor ging ook de temperatuur in de grond omhoog."

Voor huisvesting van vakantiewerkers vroegen ze in 1990 een vergunning aan voor kamperen bij de boer. Het personeel verdween, de camping (met vijf kampeerplekken) bleef. Zij: "Ik hou van mensen om me heen, dit geeft een beetje reuring om de deur." Met nog deels dezelfde gasten van toen. Die zijn inmiddels op leeftijd, met bijkomende ongemakken, zoals een stoma en de ziekte van Alzheimer. Bij zulke gasten komt Tiny's verpleegkundige achtergrond goed van pas. "Je kent ze goed en probeert ze toch een leuke vakantie te bezorgen."